Zitting in de Ramadan – dag 29

5071

Sheikh Mohammed ibn Saalih al-ʿOethaymien

De negenentwintigste zitting
“Berouw”

Mijn broeders en zusters, beëindig de Ramadan met berouw van ongehoorzaamheid tegenover Allah. En keer je tot Hem met datgene dat Hem Tevreden stelt. Een persoon zal daadwerkelijk nooit stoppen met zondigen of tekort te komen. Alle kinderen van Adam zijn zondaars en de beste zijn degenen die berouw tonen. Zo zegt Allah (interpretatie van de betekenis):

“En vraag jullie Heer om vergeving en toon vervolgens berouw aan Hem, opdat Hij jullie een goede genieting zal schenken, tot een vastgesteld tijdstip. En Hij schenkt Zijn Gunst aan elke bezitter van goedheid. En als jullie je afwenden, voorwaar, dan vrees ik voor jullie de Bestraffing van een Grote Dag (d.w.z. van de Dag des Oordeels).

(Soerat Hoed: 3)

En (interpretatie van de betekenis):

“Zeg (o Mohammed): “Ik ben slechts een mens net als jullie. Aan mij is geopenbaard dat jullie God slechts één God (Allah) is, richt je dus tot Hem en vraag Hem om vergeving. En wee de veelgodenaanbidders.”

(Soerat Foessilat: 6)

En (interpretatie van de betekenis):

“En toon allen berouw aan Allah, o gelovigen, opdat jullie succesvol zullen zijn.”

(Soerat an-Noer: 31)

“O jullie die geloven, toon berouw aan Allah met oprecht berouw. Wellicht zal jullie Heer jullie slechte daden voor jullie kwijtschelden en jullie Tuinen doen binnentreden waaronder rivieren stromen. De Dag waarop Allah de Profeet en degenen die (samen) met hem geloven niet zal vernederen. Hun licht zal vóór hen aan hun rechterzijde voortbewegen (d.w.z. schijnen). Zij zullen zeggen: “Onze Heer, vervolmaak voor ons ons licht en vergeef ons. Voorwaar, U bent tot alles in staat.”

(Soerat at-Tahriem: 8)

“Waarlijk, Allah houdt van degenen die (veelvuldig) berouw tonen en Hij houdt van degenen die zichzelf reinigen.”

(Soerat al-Baqarah: 222)

En zo zijn er nog veel meer verzen die spreken over berouw. De Profeet (vrede zij met hem) heeft gezegd: “O jullie die geloven, toon berouw aan Allah en vraag Zijn Vergiffenis. Waarlijk, ik toon meer dan honderd keer per dag berouw.”

(Moeslim)

Ook heeft hij (vrede zij met hem) gezegd: “Waarlijk, ik toon dagelijks meer dan zeventig keer berouw.”

(al-Boekhaarie)

En ook zei hij (vrede zij met hem): “Allah is nog blijer met het berouw van één van Zijn dienaren als hij zich berouwvol tot Hem richt, dan iemand van jullie wanneer hij zijn rijdier verliest in de woestijn (en dit rijdier vervolgens terugvindt). Op zijn rijdier zat zijn eten en drinken. Hij werd wanhopig van het zoeken en ging liggen in de schaduw van een boom. Terwijl hij in die toestand is, ziet hij plotseling zijn rijdier naast hem staan. Hij pakt de teugels vast en roept uit extreme blijdschap: “O Allah, U bent mijn dienaar en ik ben uw heer.” Hij raakte in de war vanwege zijn extreme blijdschap.”

(Moeslim)

En hij (vrede zij met hem) zei: “Als de zoon van Adam een gouden berg heeft, dan zal hij er twee willen. En zij zullen niet voldaan zijn, totdat hun mond is gevuld met aarde. En Allah vergeeft degene die berouw toont.”

(al-Boekhaarie en Moeslim)

Berouw is het terugkeren naar Allah van ongehoorzaamheid naar gehoorzaamheid. Hij is namelijk Degene Die rechtmatig aanbeden wordt. Het behoort tot de voorwaarden vanaanbidding dat een persoon zich bescheiden, liefdevol en nederig opstelt tegenover zijn Heer. Als iemand Allah ongehoorzaam is, dan dient de dienaar berouw te tonen door terug te keren naar Allah en bij Zijn Deur te staan, zoals een behoeftige persoon in vrees en nederigheid.

Het tonen van berouw is een verplichting. En het is niet toegestaan dit uit te stellen. Allah en Zijn Boodschapper (vrede zij met hem) hebben ons bevolen berouw te tonen. En niemand weet wat er met hem zal gebeuren als hij berouw zijn uitstelt.

Het doorgaan met ongehoorzaamheid tegenover Allah zal het hart hard maken, verwijderd een persoon van Allah en doet het geloof afnemen. Het geloof neemt namelijk toe met gehoorzaamheid en daalt met ongehoorzaamheid. Het continueren van zonden zorgt ervoor dat het een gewoonte wordt en maakt het moeilijker te stoppen. Dit opent de deur voor Shaytaan en leidt naar meer en grotere zonden.

Berouw tegenover Allah dient oprecht te zijn en kent vijf voorwaarden:

1.     Het dient alleen omwille van Allah te gebeuren. En met hoop vergeven te worden en vrees om gestraft te worden.

2.     Men dient spijt te hebben en verdriet te voelen voor datgene dat men heeft gedaan. En wensen dat zij nooit hadden gezondigd.

3.     Men dient te stoppen met de zonden. Anders wordt het berouw niet geaccepteerd. Als iemand geld steelt van de ander, dan wordt het berouw niet geaccepteerd tot men het terug heeft gegeven. Als de persoon (van wie het geld is) is komen te overlijden, dan dient het te worden gegeven aan de erfgenamen. Als de persoon geen erfgenamen heeft, dan dient het gegeven te worden aan Bayt ul-Maal (schatkist/staatskas). Als men niet zeker weet van wie zij geld hebben gestolen, dan dient men het uit te geven in liefdadigheid. Als men achter iemands rug heeft gesproken, dan dienen ze vergeving te vragen aan deze persoon.

4.     Een persoon dient zich voor te nemen niet terug te keren naar deze zonde. Dit behoort tot de vruchten van berouw. Ook is het een bewijs voor oprechtheid.

5.     Het kan niet verricht worden na twee specifieke tijden. De ene tijd geldt voor alle personen en de andere tijd is specifiek voor een persoon. De algemene tijd voor alle mensen is totdat de zon opkomt vanuit het Westen. Allah zegt (interpretatie van de betekenis):

“Op de Dag waarop er een aantal Tekenen van jouw Heer komt, zal het geloof van een ziel haar niet baten als zij voorheen niet geloofde of ten tijde van haar geloof geen goede daden heeft verworven.”

(Soerat al-Anʿaam: 158)

De Profeet (vrede zij met hem) heeft gezegd: “Degene die berouw toont voordat de zon opkomt vanuit het westen, Allah zal diegene vergeven.”

(Moeslim)

De specifieke tijd voor een persoon is de fase voordat de ziel het lichaam verlaat. Allah zegt namelijk (interpretatie van de betekenis):

“En (de aanvaarding van) het berouw geldt echter niet voor degenen die slechte daden (blijven) verrichten, totdat de dood zich bij één van hen aandient en hij dan zegt: “Voorwaar, nu toon ik berouw”, noch voor degenen die sterven als ongelovigen. Voor hen hebben Wij een pijnlijke Bestraffing voorbereid.”

(Soerat an-Nisaa’: 18)

Allah zegt (interpretatie van de betekenis):

“Zeg: “O mijn dienaren die buitensporig zijn geweest tegenover zichzelf (door het begaan van zonden), wanhoop niet aan de Genade van Allah. Voorwaar, Allah vergeeft alle zonden. Waarlijk, Hij is de Meest Vergevingsgezinde, de Meest Genadevolle.”

(Soerat az-Zoemar: 53)

Gebaseerd op het werk Madjaalis Shahr Ramadaan