Sheikh Mohammed ibn Saalih al-ʿOethaymien
De vijfentwintigste zitting
“Beschrijving van het Hellevuur”
Allah heeft ons in Zijn Boek gewaarschuwd voor het Hellevuur. En Hij informeert ons over de verschillende Bestraffingen die het bevat. Dit als een genade voor de gelovige die hierdoor wordt afgeschrikt en Hem wellicht zal vrezen en voorzichtig zal zijn. Luister naar datgene wat in de Koran en de Soennah te vinden is over de bestraffingen, zodat je er aan wordt herinnerd. En toon berouw bij Allah en onderwerp je aan Hem voordat de Bestraffing komt. Allah zegt (interpretatie van de betekenis):
“En vrees het Vuur dat voor de ongelovigen is gereedgemaakt.”
(Soerat Aali ʿImraan: 131)
“Waarlijk, Wij hebben voor de ongelovigen kettingen, boeien en een laaiend Vuur voorbereid.”
(Soerat al-Insaan: 4)
“Wij hebben voor de onrechtplegers een Vuur gereedgemaakt, waarvan de muren (van vuur) hen zullen omgeven.”
(Soerat al-Kahf: 29)
“En voorwaar, de Hel is zeker hun ontmoetingsplaats (voor hen) allemaal. Het (d.w.z. de Hel) heeft zeven poorten. Aan elke poort is een (specifiek) deel (van de volgelingen van de satan) toegewezen.”
(Soerat al-Hidjr: 43-44)
“En degenen die niet geloven zullen in groepen naar de Hel worden geleid. Totdat zij het (d.w.z. de Hel) hebben bereikt, (dan) zullen de poorten hiervan worden geopend.”
(Soerat az-Zoemar: 71)
“En voor degenen die niet geloven in hun Heer, is er de Bestraffing van de Hel. En dit is de slechtste Eindbestemming. Wanneer zij daarin worden geworpen, zullen zij het (verschrikkelijke) gekrijs daarvan horen, terwijl het (d.w.z. de Hel) borrelt. Het (d.w.z. de Hel) barst bijna van woede. Telkens wanneer een groep daarin wordt geworpen, vragen de bewakers ervan aan hen: “Is er geen waarschuwer tot jullie gekomen?”
(Soerat al-Moelk: 6-8)
“Op de Dag waarop de Bestraffing hen zal bedekken van boven hen en van onder hun voeten. En Hij (Allah) zal zeggen: “Proef dat wat jullie deden.”
(Soerat al-ʿAnkaboet: 55)
“Voor hen zullen er boven hen schaduwen van Vuur zijn en onder hen schaduwen (van Vuur). Daarmee boezemt Allah angst in bij Zijn dienaren: “O Mijn dienaren vrees Mij daarom.”
(Soerat az-Zoemar: 16)
“En de mensen van de linkerzijde. Wie zullen de mensen van de linkerzijde zijn? (Zij verblijven) in een priemende (hete) wind en kokend water. En een Schaduw van zwarte rook. Niet koel en niet aangenaam.”
(Soerat al-Waaqiʿah: 41-44)
“En zij zeiden: “Trek niet ten strijde in de hitte.” Zeg: “Het Vuur van de Hel is heter.” Konden zij (dit) maar begrijpen.”
(Soerat Tawbah: 81)
“En wat doet jou weten wat het is?”(Het is) een gloeiend heet Vuur.”
(Soerat al-Qaariʿah: 10-11)
“Voorwaar, de misdadigers verkeren (op die Dag) in dwaling en verbranding. De Dag waarop zij op hun gezichten in het Vuur zullen worden gesleept (en er tegen hen gezegd zal worden): “Proef de aanraking (d.w.z. de pijn) van het hete Vuur.”
(Soerat al-Qamar: 47-48)
“En wat doet jou weten wat het hete Vuur is? Het spaart geen (zondaar), noch laat het (iets onverbrand) achter. Het verschroeit (de huiden van) de mensen.”
(Soerat al-Moeddatthir: 27-29)
“O jullie die geloven, behoed julliezelf en jullie familie voor een Vuur waarvan de brandstof uit mensen en stenen bestaat. (En) waarover strenge en krachtige Engelen zijn (aangesteld) die Allah niet ongehoorzaam zijn in (het uitvoeren van) wat Hij hun beveelt. En zij doen wat hun opgedragen wordt.”
(Soerat at-Tahriem: 6)
“Voorwaar, het (d.w.z. de Hel) schiet vonken (zo hoog) als een groot gebouw. Alsof het (donker)gele kamelen zijn.”
(Soerat al-Moersalaat: 32-33)
“En jij zult op die Dag zien dat de misdadigers vastgebonden zijn aan ketenen. Hun kleding zal van teer zijn en het Vuur zal hun gezichten bedekken.”
(Soerat Ibraahiem: 49-50)
“Wanneer zij met de boeien en de kettingen om hun nekken gesleept zullen worden. In het kokende water en het Vuur met hen (daarin) vervolgens ontstoken wordt.”
(Soerat Ghaafir: 71-72)
“Wat betreft degenen die niet geloven, voor hen zal er kleding van vuur worden gesneden (d.w.z. gereedgemaakt), (en) er zal kokend water over hun hoofden worden gegoten. Daardoor zal datgene wat zich in hun buiken bevindt wegsmelten, en (dit geldt ook voor) de huiden. En voor hen zullen er hamers van ijzer zijn (waarmee zij geslagen worden). Telkens wanneer zij daaruit (d.w.z. de Hel) willen gaan, (om) aan de (enorme) Kwelling (te ontsnappen), zullen zij daarin teruggedreven worden. En (er zal tegen hen gezegd worden): “Proef de brandende Bestraffing.”
(Soerat al-Haddj: 19-22)
“Voorwaar, degenen die niet in Onze Verzen geloven, zullen Wij een Vuur doen binnentreden. Telkens wanneer hun huiden zijn uitgebrand, zullen Wij deze voor hen door andere huiden vervangen, zodat zij de Bestraffing (blijven) proeven. Voorwaar, Allah is Almachtig, Alwijs.”
(Soerat an-Nisaa’: 56)
“Waarlijk, de boom van Zaqqoem (d.w.z. een boom die in de Hel groeit). (De vruchten hiervan zijn) voedsel voor de zondaar. Net als kokende olie die in de buiken kookt. Net als kokend water.”
(Soerat ad-Doekhaan: 43-46)
“Voorwaar, het is een boom die in de onderste laag van het Hellevuur groeit. De kolven ervan zijn als de hoofden van de satans.”
(Soerat as-Saffaat: 64-65)
“Voorwaar, vervolgens zullen jullie, o dwalende verloochenaars, zeker van de boom van Zaqoem (d.w.z. een boom die in de Hel groeit) eten. Jullie zullen dan de buiken daarmee vullen. (En) jullie zullen daarnaast (een drank) van kokend water drinken. Jullie zullen dan drinken als dorstige kamelen.”
(Soerat al-Waaqiʿah: 51-55)
“Waarlijk, Wij hebben voor de onrechtplegers een Vuur gereedgemaakt, waarvan de muren (van vuur) hen zullen omgeven. En als zij om hulp vragen, (dan) worden zij te hulp geschoten met water, lijkend op kokende olie, dat de gezichten verschroeit. Verschrikkelijk is deze drank en afschuwelijk is deze Verzamelplaats.”
(Soerat al-Kahf: 29)
“Vóór hem is de Hel en hij krijgt water te drinken dat uit kokend etter bestaat. Hij drinkt het (ongewillig) met kleine teugjes en het lukt hem nauwelijks om het door te slikken. En de dood komt van alle kanten tot hem, maar hij zal (toch) niet sterven. En vóór hem is er een strenge Bestraffing.”
(Soerat Ibraahiem: 16-17)
“Voorwaar, de misdadigers verblijven voor eeuwig in de bestraffing van de Hel. Het (d.w.z. de Bestraffing) zal niet voor hen worden verlicht en zij zullen daarin wanhopig worden. En Wij hebben hun geen onrecht aangedaan, maar zij waren (zelf) de onrechtplegers. En zij zullen roepen: “O Maalik, laat jouw Heer een einde aan ons (leven) maken.” Hij zal (dan) zeggen: “Voorwaar, jullie zullen (daarin voor eeuwig) verblijven.”
(Soerat az-Zoekhroef: 74-77)
“Hun verblijfplaats is de Hel. Telkens wanneer het (Vuur) verzwakt, doen Wij het laaiende Vuur (weer) toenemen voor hen.”
(Soerat al-Israa’: 97)
“Voorwaar, degenen die niet geloven en onrecht begaan, Allah zal hen niet vergeven en Hij zal hen op geen enkele manier leiden. Behalve (naar) de weg van de Hel, voor eeuwig en voor altijd (verblijven zij) daarin. En dit is gemakkelijk voor Allah.
(Soerat an-Nisaa’: 168-169)
“Waarlijk, Allah heeft de ongelovigen vervloekt en Hij heeft voor hen een laaiend Vuur voorbereid. Voor eeuwig en voor altijd (verblijven zij) daarin. Zij zullen geen beschermer of helper vinden.”
(Soerat al-Ahzaab: 64-65)
“En wie Allah en Zijn Boodschapper ongehoorzaam is, voor hem is er dan waarlijk het Vuur van de Hel. Voor eeuwig en voor altijd (verblijft hij) daarin.”
(Soerat al-Djinn: 23)
“En wat doet jou weten wat het verpletterende(Vuur) is? (Het is) het aangestoken Vuur van Allah. Dat de harten bereikt. Voorwaar, het zal hen insluiten. In uitgereikte pilaren.”
(Soerat al-Hoemazah: 5-9)
Zo zijn er veel verzen die de pijnlijke Bestraffing in het Hellevuur beschrijven.
Ook zijn er overleveringen. Zo heeft de Profeet (vrede zij met hem) gezegd: “Op de Dag des Oordeels zal de Hel worden voortgetrokken aan zeventigduizend koorden. En aan elk koord trekken weer zeventigduizend Engelen.”
(Moeslim)
Ook zei hij (vrede zij met hem): “Jullie (gewone) vuur is één zeventigste deel van het Hellevuur.” Iemand vroeg: “O Boodschapper van Allah, dit (gewone) vuur zou genoeg zijn (ter bestraffing).” De Profeet (vrede zij met hem) zei hierop: “Het Hellevuur heeft 69 delen meer dan het normale vuur. En elk gedeelte is zo heet als dit (gewone) vuur.”
(al-Boekhaarie en Moeslim)
Aboe Hoerayrah heeft gezegd: “We waren eens met de Profeet (vrede zij met hem) en hoorden een vallend geluid. Hierop zei de Profeet (vrede zij met hem):“Weten jullie wat dat is?” Wij antwoordden:“Allah en Zijn Boodschapper weten het beter.” Hij zei: “Dit is een steen die zeventig jaar geleden in het Hellevuur is gegooid en sindsdien aan het vallen is, en nu de bodem heeft bereikt.”
(Moeslim)
ʿOetbah ibn Gharwan (moge Allah tevreden met hem zijn) zei: “We weten dat het zeventig jaar duurt om de bodem van de Hel te bereiken. Bij Allah, de hele Hel zal gevuld worden. Zal dat je verbazen?”
(Moeslim)
De Profeet (vrede zij met hem) heeft gezegd: “Als slechts een klein gedeelte van Zaqqoem op aarde zou worden geplaatst, dan zou het leven van de mensen worden verwoest.”
(an-Nisaa’ie, at-Tirmidhie en Ibn Maadjah)
De Profeet (vrede zij met hem) heeft gezegd: “Waarlijk, de lichtste straf in de Hel zal zijn dat iemand sandalen van Vuur zal hebben. Hiermee zullen zijn hersenen worden gekookt als kokend water. En hij zal denken dat niemand erger dan hem wordt gestraft. En dit is de lichtste bestraffing.”
(al-Boekhaarie en Moeslim)
Ibn Mardaway overlevert van Yaʿla ibn Moenyah dat hij zei: “Allah zal wolken sturen naar de inwoners van de Hel. Als de wolken ze eenmaal bereiken, zal gezegd worden: “O mensen van de Hel, is er iets dat jullie willen?” Zij zullen denken dat het wolken met regen vanuit het wereldse zijn en zeggen: “O Heer, wij vragen te drinken.” Waarna het kokend water zal regenen dat hen slechts meer zal doen koken. En ketens (zal regenen) die hun ketens zullen verstevigen en kolen die het Vuur voor hen zal verhevigen.”
Ook is er gezegd: “Allah heeft de persoon die alcohol drinkt beloofd dat diegene zal drinken van “Tienat ul-Khabaal”. Er werd gevraagd: “Wat is dat?” Hij (vrede zij met hem) zei: “Het zweet van de mensen van de Hel.”
(Moeslim)
Ibn ul-Djawzie heeft over het Hellevuur gezegd: “Het is een plaats waarnaar de inwoners ervan worden verbannen, waar zij verboden zijn enige genieting te proeven, hun reinheid is veranderd naar zwartheid op hun gezichten en zij zullen worden geslagen door hamers die sterker zijn dan bergen. Erboven zullen Engelen zijn, wreed en hard. Als je ze zou zien! Hun verdriet zal blijvend zijn, zonder geluk erna. Hun staat zal onveranderd blijven en zij zullen nooit vertrekken en voor altijd en eeuwig blijven leven. Erboven zullen Engelen zijn, wreed en hard. Wat een verdriet voor hen, dat de Schepper Woest op hen is. Zij zullen voor alle mensen getoond worden. En zij zullen huilen om hun verspilde levens. En telkens als zij huilen zal hun bestraffing toenemen. Wat is er gebeurd met hun nastreven van het wereldse? Wat is er gebeurd met hun nastreven van zonden? Het lijkt op een droom. Daarna worden hun lichamen verbrand, daarna genezen en daarna verbrand. Erboven zullen Engelen zijn, wreed en hard…”
O Allah, vrijwaar ons van het Vuur en bescherm ons ertegen en doe ons middels Uw Genade samen met de rechtschapenen en vromen het Paradijs betreden.
Gebaseerd op het werk Madjaalis Shahr Ramadaan