Sheikh Mohammed ibn Saalih al-ʿOethaymien
De dertiende zitting
“De etiquette van het reciteren van de Koran”
De Koran die zich in jullie handen bevindt, die jullie lezen en reciteren, is het woord van Allah. Het was gegeven aan Djibriel (vrede zij met hem), één van de nobele Engelen die het heeft geopenbaard aan Mohammed (vrede zij met hem), zodat hij een waarschuwer kon zijn met een duidelijke Arabische tong. Allah heeft de Koran met vele grootse en edele eigenschappen beschreven, zodat wij het een hoge status toekennen en het respecteren. Allah de Verhevene zegt (interpretatie van de betekenis):
“De maand Ramadan is het waarin de Koran werd neergezonden als leiding voor de mensen en als duidelijke Bewijzen voor de Leiding en het Onderscheid.”
(Soerat al-Baqarah: 185)
“Dit is wat Wij aan jou voordragen van de Verzen en de wijze Vermaning.”
(Soerat Aali ʿImraan: 58)
“O mensen, voorzeker, er is een overtuigend Bewijs van jullie Heer tot jullie gekomen, en Wij hebben een duidelijk licht aan jullie neergezonden.”
(Soerat an-Nisaa’: 174)
“Voorzeker, er is tot jullie een Licht van Allah gekomen en een duidelijk Boek. Allah leidt daarmee degene die Zijn Welbehagen zoekt naar de wegen van vrede. En hij voert hen met Zijn Toestemming van de duisternis naar het licht en Hij leidt hen naar het rechte pad.”
(Soerat al-Maa’idah: 15-16)
“(Dit is) een Boek waarvan de Verzen volmaakt zijn, vervolgens is het uiteengezet vanuit de kant van de Alwijze, de Alwetende.”
(Soerat Hoed: 1)
“Wij hebben de Koran niet aan jou (o Mohammed) neergezonden om jou te vermoeien. (Maar) slechts als een Vermaning voor degene die (Allah) vreest.”
(Soerat Taa-Haa: 2-3)
Al deze nobele verzen die hier zijn vermeld en die niet zijn vermeld, tonen aan hoe nobel de Koran is, onze verplichting het hoog in status te achten en goede manieren te tonen als we het reciteren en het weg te houden van amusement en vermaak.
Tot de etiquette behoort het nemen van een zuivere intentie omwille van Allah. Dit omdat het reciteren van de Koran tot de grootste daden van aanbidding behoort. Zo zegt Allah (interpretatie van de betekenis):
“Roep daarom (alleen) Allah aan, terwijl jullie de godsdienst (zuiver) aan Hem toewijden.”
(Soerat Ghaafir: 14)
Ook dient men de Koran te reciteren met een aanwezige gedachte, te overpeinzen wat men reciteert en het te begrijpen. Men dient ook Khoeshoeʿ (concentratie) in het hart te hebben en te voelen dat Allah jou direct aanspreekt. De Koran is namelijk het Woord van Allah.
Tot de etiquette behoort het dat men reciteert als men rein is. Een persoon die in staat van onreinheid verkeert, dient zichzelf eerst te reinigen voordat hij de Koran reciteert. De persoon in onreine staat kan Allah gedenken of smeekgebeden verrichten.
De Koran dient niet gereciteerd te worden op een plaats waar de mensen niet stil zullen zijn en er niet naar zullen luisteren. Ook dient het niet te worden gereciteerd op een plaats die bestemd is om de behoeften te doen.
Als een persoon de wens heeft de Koran te reciteren, dient hij te beginnen met het zoeken van toevlucht tegen de Shaytaan. Allah zegt namelijk (interpretatie van de betekenis):
“Wanneer jij dan de Koran voordraagt, zoek dan jouw toevlucht bij Allah tegen de verdreven satan.”
(Soerat an-Nahl: 98)
Het spreken van de Basmalah (het zeggen van “bismillaah”) dient slechts bij het begin van een hoofdstuk (Soerah) te gebeuren, met uitzondering van Soerat ut-Tawbah. Deze kent geen Basmalah omdat de metgezellen van mening verschilden of het een voortzetting was van Soerat al-Anfaal. Als het (de Basmalah) daar wel aanwezig zou moeten zijn, dan was dat duidelijk. Allah zegt namelijk (interpretatie van de betekenis):
“Voorwaar, wij hebben de Vermaning (d.w.z. de Koran) neergezonden. En waarlijk, Wij zullen er zeker over waken.”
(Soerat al-Hidjr: 9)
De persoon die reciteert, dient zijn stem te verfraaien. Djaabier ibnoe Moetʿim heeft gezegd: “Ik hoorde de Profeet (vrede zij met hem) Soerat at-Toer reciteren in het Maghrib-gebed. En ik heb nooit een betere stem of recitatie gehoord dan die van de Profeet (vrede zij met hem).”
(al-Boekhaarie en Moeslim)
Als er zich mensen bevinden rondom degene die reciteert die wellicht last ondervinden, zoals iemand die slaapt of het gebed verricht, dan dient degene die reciteert een zachte stem te gebruiken. Ook dient een persoon gebruik te maken van een afgemeten toon. Zo zegt Allah (interpretatie van de betekenis):
“En reciteer de Koran in een langzame (duidelijke toon en) stijl.”
(Soerat al-Moezzammil: 4)
Als een persoon langzaam reciteert, zal dit hem helpen datgene wat hij reciteert te overpeinzen. Oem Salamah werd gevraagd over de recitatie van de Profeet (vrede zij met hem). Zij antwoordde dat hij gewoon was vers voor vers te reciteren.
Dit zijn enkele van de etiquette voor het reciteren van de Koran. Wees er zeker van hier aandacht aan te besteden en probeer ze te praktiseren en de beloning te zoeken van je Heer.
Gebaseerd op het werk Madjaalis Shahr Ramadaan