Sheikh Mohammed ibn Saalih al-ʿOethaymien
De negende zitting
“De wijsheden achter het vasten”
Eén van de resultaten van het vasten is dat een persoon Taqwa (vrees voor Allah) verkrijgt. Allah zegt namelijk (interpretatie van de betekenis):
“O jullie die geloven, het vasten is jullie voorgeschreven, zoals het voorgeschreven was aan degenen vóór jullie, opdat jullie(Allah) zullen vrezen.”
(Soerat al-Baqarah: 183)
De vastende persoon is bevolen om daden van gehoorzaamheid te verrichten en zonden te vermijden. Zo zegt de Profeet (vrede zij met hem): “Wie leugens en vulgaire taal en het handelen ernaar niet laat, hoeft van Allah ook zijn eten en drinken niet te laten.”
(al-Boekhaarie)
Wanneer de vastende persoon wordt uitgescholden, dan moet hij niet terugschelden. Hij dient te zeggen: “Innimroe’oen Saa’im.” (Ik ben iemand die vast). Want dit heeft de Profeet ons verteld. Ook is het een herinnering aan degene die scheldt, dat de vastende zich moet onthouden van schelden en vloeken. Het is ook een herinnering aan zichzelf dat hij vastende is en zich daarom onthoudt om terug te schelden of te vloeken.
Tot de wijsheden van het vasten, behoort het bezighouden van het hart met het gedenken van Allah. Wanneer iemand zich (alleen) bezig houdt met zijn begeerten en verlangens, dan zal dit leiden tot onachtzaamheid en het hart kan erdoor zelfs verhard raken en blind raken voor de waarheid. Vandaar dat de Profeet ons adviseerde om niet te veel te eten en te drinken, zeggende: “De zoon van Adam vult geen vat erger dan zijn maag. Het is genoeg voor de zoon van Adam om een paar happen te nemen om zich overeind te houden. Als hij dat (het vullen van zijn maag) moet doen, laat hem dan een derde vullen met voedsel, een derde met drinken en een derde met lucht.”
(at-Tirmidhie, Ibn Maadjah,
authentiek verklaard door Sheikh al-Albaanie)
In Sahieh Moeslim is een overlevering vermeld van Handhalah – één van de eerste schrijvers van de Profeet – waarin hij (over zichzelf) zei: “Handhalah is hypocriet geworden.” De Profeet (vrede zij met hem) zei: “Waarom is dat zo?” Hij zei: “O Boodschapper van Allah, als wij met u zijn worden wij herinnerd aan het Hellevuur en het Paradijs alsof of wij het met onze ogen kunnen zien. Maar wanneer wij van u weggaan en bij onze vrouwen, kinderen en zaken zijn, dan vergeten wij veel van deze kwesties.” Waarop de Boodschapper van Allah (vrede zij met hem) zei: “Bij Degene in Wiens Handen mijn leven is, als jullie toestand hetzelfde blijft als wanneer jullie bij mij zijn en jullie constant bezig zijn met het gedenken (van Allah), dan zullen de Engelen jullie handen schudden bij jullie bedden en op jullie wegen. Maar Handhalah, een tijd voor dit (d.w.z. voor wereldse zaken) en een tijd voor dat (d.w.z. aanbidding, Hiernamaals, etc.).” Dit zei hij drie keer.”
(Moeslim)
Eén van de andere wijsheden van het vasten is dat degene die door Allah van gunsten is voorzien, de waarde van Allahs Gunsten op hem gaat kennen en inzien. Want Allah heeft hem begunstigd met eten, drinken en het huwelijk, terwijl vele anderen niet over deze gunsten beschikken. Zodoende zal hij Allah hiervoor prijzen en danken. En hij herinnert zichzelf aan zijn arme broeder die met honger en kou naar bed gaat, waardoor hij liefdadigheid aan hem zal uitgeven waarmee hij zich kan kleden en zijn honger kan stillen.
Dit is ook waarom de Profeet de meest vrijgevige persoon was. En hij was het meest vrijgevige tijdens de Ramadan wanneer Djibriel (vrede zij met hem) naar hem kwam om hem de Koran te onderwijzen.
Ook behoort het tot de wijsheiden van het vasten dat het een training en beheersing is van de ziel en dat het (je leert) kracht te hebben om je ziel in bedwang te houden, totdat je haar kunt leiden naar zaken die goed voor haar zijn en haar gelukkig maken. Want de ziel draagt op tot het slechte, behalve de ziel die door Allah is begenadigd.
Ook valt onder de wijsheden van het vasten dat het de ziel reinigt van hoogmoed, zodat het nederiger wordt tegenover de Schepper en vriendelijker tegenover de schepsels.
Ook behoort het tot de wijsheden van het vasten dat het de bloedvaten vernauwt vanwege de honger en de dorst. Hierdoor vernauwt ook de stroming van de Shaytaan, want de Shaytaan stroomt door de bloedvaten van de zoon van Adam (d.w.z. de mensen) zoals overgeleverd is van de Profeet in Sahieh al-Boekhaarie en Moeslim.
Zodoende verminderen de influisteringen van de Shaytaan en ook worden de begeerten en woede minder. Vandaar dat de Profeet zei: “O jongeren, wie in staat is om te trouwen, dient dit te doen. Want trouwen helpt de blikken neer te slaan (door niet naar het verbodene te kijken) en het beschermt de geslachtsdelen. En wie niet in staat is om te trouwen, laat hem dan vasten want het zal voor hem een schild (tegen lusten en begeerten) zijn.”
(al-Boekhaarie en Moeslim)
Het vasten is dus een bescherming en onderdrukking van de lusten en begeerten.
Gebaseerd op het werk Madjaalis Shahr Ramadaan