Uitleg hadieth 66:
عَبْد الله بْنِ عُمَرَ رضي الله عَنْهُمَا قالَ: بَيْنَمَا النَّاسُ بقُبَاءَ في صَلاَةِ الصُّبْحِ إِذْ جَاءَهُم آتٍ فقَالَ: إنَّ النّبِيّ صلى الله عليه وسلم قدْ أنْزلَ عَلَيْهِ اللَّيلَة قُرْآنٌ، وقدْ أمر أنْ يَسْتَقْبِلَ الْكَعْبةِ" فاستقبلوها وكانت وجوههم إلى الشام فاستداروا إلى الكعبة.
In deze overlevering vertelt cAbdoellah ibnoe cOmar (moge Allah hen beiden welgevallig zijn) dat toen de mensen zich bevonden in moskee Qoebaa’ tijdens salaat al-Fadjr, er ineens een man verscheen die tegen hen zei dat de Profeet (vrede zij met hem) vannacht een Openbaring had ontvangen. Tijdens deze Openbaring werden aan de Profeet (vrede zij met hem) een aantal verzen van de Koran geopenbaard. In deze verzen werd hem bevolen zich te richten naar de Kacbah bij het verrichten van het gebed.
Deze man zei dit, terwijl de mensen in moskee Qoebaa’ reeds het ochtendgebed aan het verrichten waren. Na het horen van deze woorden, keerden zij zich de andere kant op. Deze overlevering is terug te vinden in Sahieh al-Boekhaari en Sahieh Moeslim.
De bedoeling van deze overlevering is om ons te leren wat wij moeten doen, wanneer ons wordt verteld dat de Qiblah de andere kant op is, terwijl wij het gebed aan het verrichten zijn.
Deze overlevering heeft zich na de emigratie naar al-Madienah voorgedaan. Na zijn emigratie heeft de Profeet (vrede zij met hem) voor de duur van ongeveer 15 of 16 maanden richting Bayt al-Maqdis gebeden. Terwijl de Profeet (vrede zij met hem) altijd de wens heeft gekoesterd om zich te wenden richting de Kacbah. Want de Kacbah is natuurlijk het eerste Huis dat ooit is opgericht ter aanbidding van Allah de Verhevene.
Kort daarop heeft Allah een aantal verzen geopenbaard waarin Hij te kennen gaf dat de moslims zich vanaf dat moment richting de Kacbah moesten wenden en niet meer richting Bayt al-Maqdis. En na het openbaren van deze verzen, begon het nieuws zich onder de mensen van al-Madienah te verspreiden. Eén van die mensen was deze man, die een stamgenoot was van Banoe Salamah. Toen hij het nieuws hoorde, begaf hij zich richting de moskee van al-Qoebaa’. Hij trof de mensen daar aan, terwijl zij het ochtendgebed aan het verrichten waren. Terwijl zij aan het bidden waren, vertelde hij hen dat de Qiblah reeds gewijzigd was en dat zij zich de andere kant op moesten draaien.
De metgezellen gaven hier gehoor aan, want hoewel zij zich in het gebed begaven draaiden zij zich toch om, om zich te richten naar de Kacbah. Zij hebben hun gebed hiervoor niet afgebroken en zij hebben vervolgens hun gebed voltooid.
Leerstellingen van deze overlevering:
-
Allah wijzigde soms een aantal religieuze Voorschriften. Dit natuurlijk conform Zijn Wijsheid.
-
Ook mogen wij op de uitspraak van één persoon vertrouwen, mits deze persoon betrouwbaar is.
-
Wanneer een persoon aan het bidden is en hem te kennen wordt gegeven dat hij de verkeerde kant op aan het bidden is, dat het voor hem toegestaan is om zich naar de juiste richting te wenden, zonder zijn gebed hiervoor af te breken. Hij kan rustig verder gaan met zijn gebed.
-
Het is toegestaan om te bewegen tijdens het gebed als deze beweging ten bate is van het gebed. Gaat het om een verplichte zaak (zoals in deze overlevering het geval is), dan is het bewegen hiervoor verplicht. Gaat het daarentegen om een aanbevolen zaak, dan is het bewegen hiervoor in het gebed slechts aanbevolen. Bijvoorbeeld wanneer iemand zich naar voren beweegt om een opening in de rij voor hem te dichten.
Leraar: Aboe Ismail
Locatie: moskee as-Soennah