cOemdat oel-Ahkaam: Hadieth 65

7884

Uitleg hadieth 65:

عَنْ عَبْدِ الله بْنِ عُمَرَ رضي الله عَنْهُمَا : أنَّ رَسُولَ الله صلى الله عليه وسلم كَانَ يُسَبِّحُ عَلَى ظَهْرِ رَاحِلَتِهِ حَيْث كَانَ وجْهُهُ، يومئ برأسه، وَكَانَ ابن عُمَرَ يَفعَلُهُ.

وفي رواية: كَانَ يُوتِرُ عَلى بَعِيرِهِ. ولـ " مسلم ": غَيْر أنّهُ لا يُصَلى عَلَيْهَا الْمَكْتُوبَةَ. وللبخاري " إلا الْفَرَائِضَ ".
De Qiblah van de moslims is de Kacbah. De Qiblah staat voor de richting waarnaar zij zich moeten wenden tijdens het verrichten van het gebed.
Allah heeft het zich wenden daar naartoe verplicht gesteld in het tweede jaar van al-Hidjrah. Daarvóór bad de Profeet (vrede zij met hem), voor de duur van ongeveer 15 of 16 maanden, richting Bayt ul-Maqdis te Jeruzalem. En deze wijziging van de Qiblah wordt bekend gemaakt in Soerat al-Baqarah, vers nummer 144:
قَدْ نَرَى تَقَلُّبَ وَجْهِكَ فِي السَّمَاء فَلَنُوَلِّيَنَّكَ قِبْلَةً تَرْضَاهَا فَوَلِّ وَجْهَكَ شَطْرَ الْمَسْجِدِ الْحَرَامِ وَحَيْثُ مَا كُنتُمْ فَوَلُّواْ وُجُوِهَكُمْ شَطْرَهُ
“Waarlijk, Wij hebben gezien hoe jouw gezicht zich voortdurend tot de hemel wendde, daarom wenden Wij jou (nu) naar een qiblah die jou welgevallig is. Wend jouw gezicht in de richting van de Masjid al-Haraam (de Gewijde Moskee te Mekkah). En waar jullie je ook bevinden (en de salaat gaan verrichten), wendt jullie gezichten in de richting ervan.”
(Soerat al-Baqarah: 144)
Het zich wenden tot de Qiblah tijdens het verrichten van het gebed, behoort tot de voorwaarden (Shoeroet) van het verrichten van het gebed. Wanneer men niet aan deze voorwaarde voldoet, dan is het gebed ook niet correct. Behalve natuurlijk, wanneer men daartoe niet in staat is. Maar daar zullen wij later in deze les meer toelichting aan geven inshaAllah.
De eerste overlevering die wij onder de loep zullen nemen, is de overlevering van cAbdoellah ibnoe cOmar (moge Allah hen beiden welgevallig zijn), die terug te vinden is in Sahieh al-Boekhaari. Daarin staat dat de Profeet (vrede zij met hem) het aanbevolen gebed plachte te verrichten, terwijl hij op zijn rijdier zat. Dus zodoende ook niet met zijn gezicht naar de Qiblah was gericht. En hij (vrede zij met hem) plachte tijdens het verrichten van dit gebed, zijn hoofd naar beneden te brengen.
In een overlevering van Moeslim wordt te kennen gegeven dat de Profeet (vrede zij met hem) dit alleen deed in geval van een aanbevolen gebed. Hij plachte het verplichte gebed niet op zijn rijdier te verrichten.
Het behoort tot de Wijsheid van Allah dat Hij de wijze van de aanbevolen daden van aanbidding, die Hij naast de verplichte daden van aanbidding heeft voorgeschreven, enigszins heeft versoepeld in vergelijking met de verplichte daden van aanbidding. Dit zodat het makkelijker is voor de mensen om met deze aanbevolen daden van aanbidding te komen. En in deze overlevering zien wij hier dus een voorbeeld van.
Zo vertelt cAbdoellah ibnoe cOmar dat de Profeet (vrede zij met hem) het aanbevolen gebed verrichtte, terwijl hij op zijn rijdier zat. Ook voegde hij daaraan toe, dat de Profeet (vrede zij met hem) niet met zijn gezicht gericht was naar de Qiblah. Tevens sloeg hij (vrede zij met hem) tijdens de Roekoec en de Soedjoed alleen zijn hoofd te neer. Dit deed hij alleen in het geval van een aanbevolen gebed. Als het ging om een verplicht gebed, dan verrichtte de Profeet (vrede zij met hem) dit zoals het hoort.

Leerstellingen van deze overlevering:

1. Dat het toegestaan is om tijdens het reizen een Soennah gebed te verrichten, behalve de Soenan gebeden die verbonden zijn aan een verplicht gebed, zoals Raatibat adh-Dhohr, al-Maghrib en al-cIshaa’. En het behoort tot de Soennah om de Soenan van deze laatstgenoemde gebeden, oftewel Rawaatib, niet te verrichten tijdens het reizen. Andere Soenan mogen gerust verricht worden.

2. Degene die de intentie heeft om een aanbevolen gebed te verrichten tijdens het reizen, hoeft zich niet perse te richten naar de Qiblah en hij hoeft tijdens Roekoec en Soedjoed slechts zijn hoofd iets te neer te slaan.

3. Het is toegestaan om de aanbevolen gebeden, waaronder ook al-Witr, op je rijdier te verrichten tijdens het reizen.

4. Het is niet toegestaan om de verplichte gebeden op je rijdier te verrichten.

5. De uitgestrektheid van de Genade van Allah de Verhevene, aangezien Hij de aanbevolen daden van aanbidding enigszins heeft versoepeld om het verrichten ervan makkelijker te maken voor de mensen.

Leraar: Aboe Ismail

Locatie: Moskee as-Soennah