Weerlegging van de argumenten van degenen die de geboortedag vieren

11856
Alle lof zij Allah, de Heer der Werelden en vrede en zegeningen zij met onze Profeet (vrede zij met hem), zijn familie en al zijn metgezellen.
Degenen die denken dat de nieuwlichterij van het vieren van de Profeet (vrede zij met hem) zijn geboortedag moet worden voortgezet, fabriceren misleidende argumenten die nog dunner zijn dan een spinnenweb. Deze argumenten kunnen als volgt worden weerlegd:
Argument 1: “Het betreft een verering van de Profeet (vrede zij met hem).”
Het eerbiedigen van de Profeet (vrede zij met hem) ligt in het gehoorzamen van hem. Doe hetgeen hij bevolen heeft en vermijd hetgeen hij heeft verboden. Betreffende het houden van hem; hij (vrede zij met hem) wordt niet geëerd middels innovaties, mythen en zonden. Het vieren van zijn geboortedag behoort tot een verderfelijke daad vanwege haar zondige karakter. De personen die de Profeet (vrede zij met hem) het meest eerbiedigden waren de metgezellen (moge Allah weltevreden met hen zijn). Zoals ʿUrwah ibn Masʿoed tegen Qoeraish zei: “O mensen, bij Allah, ik heb koningen bezocht, ik ben geweest naar Ceasar, Choesroes en de Negus, maar, bij Allah, nooit heb ik een koning gezien die zoveel eerbied toekwam als de manier waarop de metgezellen Mohammed (vrede zij met hem) eerbiedigden. Bij Allah, als hij spuugde raakte dit nooit de grond, het viel op de hand van één van de metgezellen en zij veegden hier hun gezichten en huid mee. Als hij (vrede zij met hem) iets opdroeg, haasten zij zich om dit uit te voeren. Als hij (vrede zij met hem) de woedoe’ verrichtte, streden zij bijna om het water. Als hij (vrede zij met hem) sprak, verlaagde zij hun stemmen en uit respect staarden zij niet naar hem.
(al-Boechaarie)
Ondanks deze mate van respect die zij voor hem (vrede zij met hem) hadden, hebben zij nooit zijn geboortedag als een feestdag genomen. Als dit zou zijn voorgeschreven, zouden zij zeker niet nagelaten hebben dit uit te voeren.
Argument 2: “Vele mensen in verschillende landen doen hetzelfde.”
Bewijzen bestaan uit hetgeen dat bewezen is van de Profeet (vrede zij met hem). Hetgeen bewezen is van de Profeet (vrede zij met hem), is dat nieuwlichterijen in het algemeen verboden zijn en deze zaak valt onder de religieuze innovaties. Hetgeen de mensen doen, als dit tegen het islamitisch bewijs ingaat, bewijst niets, ook al maken velen zich hieraan schuldig. Allah zegt (interpretatie van de betekenis):
“En als jij de meesten van hen die op aarde zijn volgt, dan zullen zij jou doen afdwalen van de Weg van Allah. Zij volgen slechts een vermoeden en zij vertellen slechts verzinsels.”
(soerat al-Anʿaam: 116)
Allah zij geprezen, dat er niettemin elke eeuw mensen zijn die deze nieuwlichterij veroordelen en verklaren dat het vals is. Degene die ondanks de bewijzen vasthouden aan deze innovatie hebben geen bewijs.
Onder degenen die deze viering hebben veroordeeld zijn:
Sheikh al-Islaam Ibn Taymiah in “Iqtidaa’ al-Siraat al-Mustaqeem”
Imaam al-Shaatibi in “al-Iʿtisaam”
Ibn al-Haadj in “al-Madhkil”
Sheich Taaj ad-Dien
ʿAli ibn ʿUmar al-Lakhami die een heel boek hierover heeft geschreven
Sheikh Mohammed Basheer as-Sahsawaani al-Hindi in zijn boek “Siyaanah al-Insaan”
As-Sayyid Mohammed Rashied Ridaa die hieromtrent een essay heeft geschreven
Sheikh Mohammed ibn Ibraaheem Aal al-Sheich die hier ook een essay aan heeft gewijd
Sheich ʿAbd al-ʿAziez bin Baaz;
en vele anderen die elk jaar weer deze nieuwlichterij weerleggen in artikelen in het seizoen waarin deze nieuwlichterij wordt verricht.
Argument 3: “De viering van de geboortedag houdt de herinnering aan de Profeet (vrede zij met hem) levend.”
De herinnering aan de Profeet (vrede zij met hem) dient door de moslims constant levend gehouden te worden. Dit gebeurt middels het noemen van zijn (vrede zij met hem) naam in de Adhaan, Iqaamah, vrijdagpreken en in beide geloofsgetuigenissen na de Woedoe’ en in de gebeden. Daarnaast gebeurt dit door het vragen van zegeningen voor de Profeet (vrede zij met hem) in de gebeden en telkens als zijn naam wordt genoemd. Ook gebeurt dit middels het verrichten van verplichte en aanbevolen daden die de Profeet (vrede zij met hem) heeft voorgeschreven. Op al deze manieren gedenkt de moslim de Profeet (vrede zij met hem) en gaat een beloning, gelijk aan het verrichte, naar de Profeet (vrede zij met hem). Zodoende houdt de moslim de herinnering aan de Profeet (vrede zij met hem) levend en heeft de moslim gedurende zijn hele leven, zowel overdag als ’s nachts,een band met hem (vrede zij met hem). Dit middels hetgeen Allah heeft voorgeschreven. En niet alleen op de geboortedag, middels nieuwlichterij en zaken die tegen de Soennah indruisen, waardoor een afstand wordt gecreëerd met de Profeet (vrede zij met hem) en hij (vrede zij met hem) diegene vanwege dit zal ontkennen.
De Profeet (vrede zij met hem) heeft geen behoefte aan deze geïnnoveerde viering, dit omdat Allah hem reeds heeft geëerd en gerespecteerd door te zeggen (interpretatie van de betekenis):
“En Wij hebben jouw roem verhoogd.”
(soerat ash-Sharh: 4)
Waar Allah ook wordt genoemd in de Adhaan, Iqaamah of vrijdagpreek, de Boodschapper (vrede zij met hem) wordt na hem genoemd; dit is de juiste eerbied, liefde en instandhouding van zijn herinnering, hieraan toevoegend is dit ook voldoende aansporing om hem te volgen.
Allah refereert in de Koran niet naar de geboorte van de Boodschapper (vrede zij met hem), maar naar zijn missie, zeggende (interpretatie van de betekenis):
“Voorzeker, Allah gaf een grote gunst aan de gelovigen, toen Hij tot hen een Boodschapper uit hun midden stuurde.”
(soerat Aali cImraan: 164)
Ook zegt Allah de Verhevene (interpretatie van de betekenis):
“Hij is het Die onder de ongeletterden een Boodschapper uit hun midden zond.”
(soerat al-Djoemoecah: 2)
Argument 4: “De viering van de geboortedag was geïntroduceerd door een slimme en rechtvaardige koning die hierdoor dichter bij Allah wilde geraken.”
Een nieuwlichterij is niet aanvaardbaar, ongeacht de persoon die dit heeft geïntroduceerd. Een goede intentie maakt een slechte daad niet goed. En ook al betreft het een pientere en rechtvaardige persoon, dit betekent niet dat hij vrij is van fouten.
Argument 5: “Het vieren van de geboortedag valt onder een ‘goede innovatie’, omdat het is gebaseerd op het danken van Allah voor de Profeet (vrede zij met hem).”
Er is niets goeds te vinden in religieuze innovaties. De Profeet (vrede zij met hem) heeft gezegd: “Wie iets toevoegt aan deze zaak van ons wat hiertoe niet behoort, het zal verworpen worden.”
(al-Boechaari)
Ook heeft hij (vrede zij met hem) gezegd: Elke (religieuze)innovatie is een dwaling.
(Ahmad/at-Tirmidhie)
Het wetoordeel betreffende religieuze innovaties is dat zij allen leiden tot dwaling. Dit verraderlijk argument, namelijk dat dit een goede innovatie zou zijn, wekt de suggestie dat niet elke nieuwlichterij leidt tot dwaling en dat er zelfs goede religieuze innovaties zouden bestaan.
Al-Haafidh ibnoe Rajab vermeldt in ‘Sharh al-Arbaʿien’: “De woorden van de Profeet (vrede zij met hem) ,,elke innovatie is een afdwaling” behelst een brede uitleg welke alles omvat. Het is één van de belangrijkste regels van de religie. Het is als de volgende woorden van de Profeet (vrede zij met hem): ,,Wie iets toevoegt aan deze zaak van ons wat hiertoe niet behoort, het zal verworpen worden.”
Wie iets toevoegt en toeschrijft aan de Islam terwijl hier in werkelijkheid geen basis voor bestaat, dit is dan een dwaling en hetgeen heeft niets van doen met de Islam. Ongeacht of dit te maken heeft met zaken van de geloofsovertuiging, uiterlijk of innerlijke woorden en daden.”
(Jaamiʿ al-ʿOeloem wa l-Hakam, p. 233)
Deze mensen hebben geen bewijs voor het bestaan van een goede innovatie, met uitzondering van de woorden van ʿOmar (moge Allah weltevreden met hem zijn) betreffende de Tarawieh gebeden: “Wat een goede innovatie is dit.”
(al-Boechari)
Ook beweren zij dat er ten tijde van de vrome voorgangers zaken aan de religie zijn toegevoegd zonder dat zij dit afkeurden, zoals het samenvoegen/bundelen van de Koran tot één boekwerk en het verzamelen en opschrijven van overleveringen.
Het antwoord hierop is dat deze zaken allen een basis hebben in de Islam en niet zijn geïnnoveerd.
Zo heeft ʿOmar (moge Allah weltevreden zijn met hem) gezegd: “Wat een goede innovatie.” Hiermee doelend op een innovatie in taalkundige zin en niet in religieuze zin. Hetgeen een basis heeft in de Islam en benoemd wordt als een innovatie, duidt altijd op een taalkundige en niet op een religieuze betekenis. Een betekenis in religieuze zin zou betekenen dat er geen basis voor is in de Islam.
Ook het verzamelen van de Koran in één boek heeft een basis in de Islam, omdat de Profeet (vrede zij met hem) heeft bevolen de Koran op te schrijven. Echter was deze verspreid waardoor de metgezellen het verzamelde in één boek met als doel deze te beschermen en te behouden.
De Profeet (vrede zij met hem) ging zijn metgezellen enige tijd voor in het Tarawieh gebed, om hier na enige tijd mee te stoppen opdat het niet tot een verplichting zou leiden. De metgezellen (moge Allah weltevreden zijn met hen allen) bleven dit gebed individueel verrichten gedurende het leven van de Profeet (vrede zij met hem) en na zijn dood tot ʿOmar ibn ul-Khattaab (moge Allah weltevreden zijn met hem) hen verzamelde achter één imam, zoals zij dit gebed voorheen achter de Profeet (vrede zij met hem) plachte te verrichten. Het betrof hier dus geen religieuze innovatie.
Ook het opschrijven van de overleveringen heeft een basis in de Islam. De Profeet (vrede zij met hem) beval enkele overleveringen op te schrijven voor enkele metgezellen die hierom vroegen. In het algemeen was dit verboden gedurende zijn leven, uit vrees dat dit vermengd zou worden met de woorden van de Koran. Na de dood van de Profeet (vrede zij met hem) speelde deze vrees niet langer een rol, omdat de Koran was gecompleteerd en gerangschikt vóór de dood van de Profeet (vrede zij met hem). De moslims verzamelden de Soennah om deze te bewaren en te voorkomen dat deze zou verdwijnen. Moge Allah hen belonen met het goede vanwege het beschermen van het Boek van de Heer en de Soennah van de Profeet (vrede zij met hem) tegen het verloren gaan en tegen de bespotting ervan.
We kunnen ook tegen hen zeggen: “Waarom was deze uiting van dank, zoals zij het noemen, niet gedaan door de beste generaties, de Sahaaba’s, Taabiʿien en Atbaaʿ at-Taabiʿien, die de Profeet (vrede zij met hem) het meeste lief hadden en die vooraan stonden als het ging om het verrichten van goede daden en het danken? Zijn degenen die de viering van de geboortedag hebben geïntroduceerd meer rechtgeschapen dan hen? Danken zij Allah meer dan hen? Zeer zeker niet!
Argument 6: “Het vieren van de geboortedag van de Profeet (vrede zij met hem) is een indicatie van liefde voor de Profeet (vrede zij met hem). Dit is een manier om liefde te tonen en het tonen van liefde voor de Profeet (vrede zij met hem) is voorgeschreven in de Islam.”
Zonder enige twijfel is het houden van de Profeet (vrede zij met hem) een verplichting voor elke moslim. Een moslim dient meer van de Profeet (vrede zij met hem) te houden dan van zichzelf, zijn kind, zijn vader en alle andere mensen – moge mijn vader en moeder voor hem (vrede zij met hem) opgeofferd worden -, maar dat betekent niet dat wij middelen moeten innoveren om deze liefde te tonen. Het houden van de Profeet (vrede zij met hem) houdt in dat wij hem dienen te gehoorzamen en te volgen, want dat is waarlijk een van de beste manieren om de liefde te uiten, zoals is gezegd: “Volg hem (vrede zij met hem) als je liefde oprecht is; want de beminner volgt altijd zijn geliefde.”
Het houden van de Profeet (vrede zijn met hem) impliceert het levendig houden van zijn Soennah, hier stevig aan vastklampen en het vermijden van woorden en daden die hiermee in tegenspraak zijn. Zonder enige twijfel behoort al hetgeen de Soennah tegengaat tot een verwerpelijke innovatie en als een daad van ongehoorzaamheid. Hiertoe behoren ook het vieren van zijn (vrede zij met hem) geboortedag en andere vormen van religieuze innovaties. Een goede intentie betekent niet dat het toegestaan is om iets aan de religie toe te voegen. De Islam is gebaseerd op twee zaken. Dit zijn een zuivere toewijding aan Allah en het volgen van de Profeet (vrede zij met hem).
Allah de Verhevene zegt (interpretatie van de betekenis):
“Welzeker! Wie zich volledig in overgave wendt tot Allah en die een weldoener is, voor hem is zijn beloning bij zijn Heer. Geen vrees zal over hen komen en zij zullen niet treuren.”
(soerat Aali-ʿImraan: 112)
Onderwerping aan Allah betekent complete toewijding aan Hem en het goede betrachten behelst het volgen van de Profeet (vrede zij met hem) en het toepassen van de Soennah.
Argument 7: “Het vieren van de geboortedag van de Profeet (vrede zij met hem) en het voordragen van zijn biografie kan als aanmoediging dienen om zijn voorbeeld te volgen.”
Het lezen van de biografie van de Profeet (vrede zij met hem) en het volgen van zijn voorbeeld zijn een vereiste voor elke moslim gedurende het hele leven. Het uitroepen van een speciale dag zonder hier een bewijs voor te hebben is een innovatie en elke (religieuze) innovatie is een dwaling”.
(Ahmad en at-Tirmidhi)
Tot de gevolgen van religieuze innovaties behoren slechts kwaadheden en doen een persoon zich van de Profeet (vrede zij met hem) verwijderen.
Gebaseerd opHoeqoeq an-Nabiy bayna al-Idjlaal wa al-Ikhlaal
Sheikh Saalih al-Fawzaan