Er zijn acht voorwaarden waaraan iemand dient te voldoen alvorens ‘Laa ilaaha ill-Allah’ van hem wordt geaccepteerd. Dit zijn:
1. Kennis
Men dient te weten wat de betekenis is van ‘Laa ilaaha ill-Allah’, zowel het bevestigende als het ontkennende deel ervan. Het bewijs hiervoor is de volgende uitspraak van Allah:
“Weet dat er geen god is dan Allah en vraag om vergeving voor jouw zonden.”
(Soerat Moehammad: 19)
2. Overtuiging
Men dient overtuigd te zijn van het feit dat alleen Allah het recht heeft aanbeden te worden. Het bewijs hiervoor is de volgende uitspraak van Allah:
“Voorwaar, de gelovigen zijn slechts degenen die in Allah en Zijn Boodschapper geloven, vervolgens niet twijfelen en die met hun bezittingen en hun levens strijden op de Weg van Allah. Zij zijn de waarachtigen.”
3. Toewijding
Men moet alleen Allah aanbidden zonder Hem enige deelgenoten toe te kennen. Het bewijs hiervoor is de volgende uitspraak van Allah:
“En zij werden niets anders opgedragen dan Allah met toewijding te aanbidden…”
4. Oprechtheid
Men dient de daden bij het woord te voegen. Als men dus beweert te geloven, moet dit niet slechts bij lipdiensten blijven en moet zijn hart zich ook hebben overgegeven aan de eenheid van Allah. Het bewijs hiervoor is de volgende uitspraak van Allah:
“Rekenen de mensen erop dat zij met rust zullen worden gelaten als zij zeggen: ,,Wij geloven.” En dat zij niet beproefd zullen worden? En waarlijk, Wij hebben degenen voor hen beproefd. Opdat Allah de oprechten en de leugenaars bekend zal maken.”
5. Liefde
Men dient de getuigenis af te leggen met liefde voor Allah, Zijn Profeet vrede zij met hem en de betekenis van deze woorden. Het bewijs hiervoor is de volgende uitspraak van Allah:
“En onder de mensen zijn er die naast Allah deelgenoten nemen, die zij liefhebben, zoals zij Allah liefhebben. Maar degenen die geloven zijn sterker in hun liefde voor Allah.”
6. Overgave
Men dient alleen Allah te aanbidden en zich over te geven aan en te geloven in Zijn Wetgeving. Daarnaast moet men ervan overtuigd zijn dat de Wetgeving van Allah de Waarheid is. Het bewijs hiervoor is de volgende uitspraak van Allah:
“En keert terug tot jullie Heer en geeft jullie over aan hem.” (Soerat az-Zoemar: 54)
7. Aanvaarden
Men dient de getuigenis te aanvaarden. Dit houdt in dat men dient te aanvaarden dat Allah alleen aanbeden mag worden en niets of niemand anders. Het bewijs hiervoor is de volgende uitspraak van Allah:
“Voorwaar toen er tegen hen gezegd werd: ,,Er is geen god dan Allah”, stelden zij zich hoogmoedig op en zij zeiden: ,,Zullen wij onze goden dan in de steek laten vanwege een bezeten dichter.”
8. Het niet geloven in datgene wat naast Allah wordt aanbeden
Men dient afstand te nemen van datgene wat naast Allah wordt aanbeden en dient de overtuiging te hebben dat dit tot de valsheid behoort. Het bewijs hiervoor is de volgende uitspraak van Allah:
En wie de Taaghoet verwerpt en in Allah gelooft: Hij heeft waarlijk het stevigste houvast gegrepen, dat onbreekbaar is.
[1] Toehfat ul-Ikhwaan bi Adjwibatin Moehimmah tatacalaq bi Arkaanil Islaam van Sheich bin Baaz, blz. 25-26. Al-Waadjibaat ul-Moetahattimaat, blz. 4-5. Ash-Shahaadataan macnahoemaa wa maa tastalzimoehoe koeloen minhoema van Sheich Ibn Djibrien, blz. 77-85