- We moeten van tijd tot tijd eten en te drinken, zodat wij sterker worden om Allah te kunnen aanbidden.
- Wij wassen onze handen voordat wij gaan eten.
- Wij zijn tevreden met wat er aan eten op tafel ligt en wij zijn nooit ontevreden hierover.
- Wij eten met onze rechterhand en we eten van datgene wat voor ons ligt.
- Wij beginnen voor het eten met het zeggen van ‘bismillaah’. Dit betekent in het Nederlands: “In de Naam van Allah.” Als we dit vergeten zijn, dan zeggen wij: “Bismillaahi, awwaloehoe wa aakhiroehoe.” Dit betekent in het Nederlands: “In de Naam van Allah, vanaf het begin tot het einde.”
- Goed kauwen, niet snel eten, niet teveel eten en eet net genoeg tot je buik voldoende gevuld is.
- Niet blazen op warm eten en doe geen dingen met voedsel die anderen niet leuk vinden.
- Als er iets op het eten komt, haal dit dan weg en eet rustig verder. Doe je best om je bord leeg te eten zodat niets achterblijft voor de satan.
- Als wij klaar zijn met het eten, dan zeggen wij: “Alhamdoelillaahi lladhie atcamanie haadhaa wa razaqniehi min ghairi hawlin minnie, wa laa qoewwah.” Dit betekent in het Nederlands: “Alle lof behoort toe aan Allah Die mij eten heeft gegeven en Die mij deze gunst heeft bezorgt, zonder dat ik er zelf moeite voor hoefde te doen.”
- Voordat wij beginnen met drinken zeggen wij ‘bismillaah’ en wij drinken in drie slokjes. Zijn wij klaar met drinken, dan zeggen wij ‘alhamdoelillaah’. Wij mogen niet ademen in onze drinkbekers en wij mogen ook niet blazen in onze warme drankjes, zoals thee of warme chocomel.
- Na klaar te zijn met eten, wassen wij onze handen en spoelen wij onze monden goed met water.