Ik zag je met mijn eigen ogen met hem praten en hem groeten.

6960

Met betrekking tot sheich Mohammad ibnoe Saalih al-cOethaymien (moge Allah hem genadig zijn) vertelt cAbd Allah ibnoe cAli al-Matawwoe dat hij de sheich eens vergezelde op een reis van Oenayzah naar al Badaa’ic, dat op een afstand van vijftien kilometer lag van Oenayzah. Dit in verband met een uitnodiging om de lunch te komen nuttigen. Na de lunch zagen ze op de weg terug een man met een rode baard en een vredig uiterlijk zwaaien. De sheich zei: “Minder vaart, we nemen hem met ons mee.” De sheich vroeg aan de man: “Waar wil je heen?”

De man antwoordde: “Neem je me mee naar cOenayzah?”

De sheich zei toen tegen hem: “Op twee voorwaarden. Ten eerste: dat je niet rookt. En ten tweede: dat je het gedenken van Allah vermeerdert.”

De man antwoordde: “Wat het roken betreft, ik rook niet. Sterker nog de man met wie ik eerst meereed rookte en daarom vroeg ik hem om mij hier af te zetten. En wat betreft het gedenken van Allah, elke moslim gedenkt toch Allah?”

Tijdens de reis werd het duidelijk dat de man niet wist dat hij in de aanwezigheid van sheich Mohammad ibnoe Saalih al-cOethaymien was. Dus toen ze in cOenayzah aankwamen, zei de man: “Wijs me de weg naar het huis van sheich Ibn al-cOethaymien, zodat ik hem een vraag kan stellen.”

De sheich zei tegen hem: “Waarom hem je hem niets gevraagd toen je hem in al-Badaa’ic otmoette?”

De man zei: “Ik heb hem niet ontmoet.”

De sheich zei daarop: “Ik zag je met mijn eigen ogen met hem praten en hem groeten.”

Toen zei de man: “Je spot met een man die ouder dan je vader is!”

De sheich moest lachen en zei tegen hem: “Verricht het cAssr-gebed in deze moskee en je zult hem ontmoeten.”

De man ging toen weg zonder te weten dat hij met sheich Ibn al-cOethaymien had gesproken. Nadat hij klaar was met het verrichten van het cAssr-gebed, zag hij de sheich vooraan, terwijl hij het gebed had geleid. Dus hij vroeg naar hem en er werd hem verteld dat hij de sheich was. Dus liep hij op de sheich af en bood zijn excuses aan voor het feit dat hij de sheich niet eerder had herkend en stelde vervolgens zijn vraag. De sheich beantwoordde zijn vraag en de man begon te huilen terwijl hij smeekbeden verrichtte voor de sheich.

al-Jaamic li-Hayaat al-cAllaamah Moehammed ibnoe Saalih al-cOethaymien, blz. 38