En laat de honden maar blaffen

11215

Alle lof zij Allah en vrede en zegeningen zij met Zijn Profeet, zijn familie en zijn metgezellen,

De Profeet (vrede zij met hem) is op de Safaa (een berg in de buurt van Mekka) gaan staan en riep: “Zegt Laa ilaha illallah en jullie zullen slagen” en tegelijkertijd begon het getier en het gescheld van zijn oom Aboe Lahab richting hem. Hij beschuldigde hem (vrede zij met hem) van ketterij, krankzinnigheid en tovenarij. Mohammed ging daar echter niet op in en zette zijn Dacwah voort. Want hij (vrede zij met hem) was niet gestuurd om te bakkeleien met naarlingen, hij was gestuurd om de Boodschap van zijn Heer te verkondigen. Hij (vrede zij met hem) was gestuurd om harten te verlichten, ogen te openen en shirk (veelgodendienst) te verdrijven. En dat er mensen zijn die zich hieraan ergeren en er alles aan doen om de Dacwah te belemmeren is kleinzielig!

De moslims dragen een grote verantwoordelijkheid op hun schouders en zijn aangesteld door Allah, de Verhevene, om de mensheid te verlossen van het kwaad. Dus laat uzelf niet ontmoedigen door deze sufferds en zet door! En neemt het volgende Arabische gezegde in acht: ‘de honden blaffen terwijl de karavaan haar tocht voortzet.’ Wij zullen onze tocht voortzetten en laat de honden maar blaffen. Richt u zich op uw hemelse missie en probeer de mensen te bereiken, voor te lichten over de Islam en van al het slechte te ontheffen. Heb geen aandacht voor de degenen die steigeren en neemt uzelf niets kwalijk als zij weigeren. Allah zegt namelijk tegen Zijn Boodschapper (vrede zij met hem): “Waarlijk, van jou wordt slechts de verkondiging verwacht” Het is Allah Die bepaalt wie geleid wordt en wie niet.

Als een leeuw een hond uit een waterbron ziet drinken dan weigert hij nog langer uit dezelfde waterbron te drinken en vermijdt het om zichzelf tot zijn niveau te verlagen. Daarom weigeren wij ook onszelf tot het niveau van een aantal misbaksels terug te brengen om scheldpartijtjes te gaan houden. En onthoudt dat wij middels het verspreiden van deze Boodschap in de voetsporen van de profeten (vrede zij met hen)treden.

En tot slot wil ik de volgende woorden van een Arabische dichter aanhalen: ‘Datgene wat mij achting en trots bezorgt en het gevoel geeft alsof ik de sterren met mijn handpalmen kan betasten is dat ik deel mag uitmaken van een verzameling die door U (Allah) met ‘Mijn dienaren’ wordt aangesproken en dat U (Allah) Mohammed (vrede zij met hem) als profeet voor mij heeft aangesteld.”

Wa salaamoe cAlaykoem