De ʿIed-gebeden in navolging van de Profeet

5983

Vraag:

Ik zou graag de leiding van de Profeet (vrede zij met hem) willen weten met betrekking tot de ʿIed gebeden.

Antwoord:

Alle lof zij Allah.

De Profeet (vrede zij met hem) was gewoon de ʿIed-gebeden te verrichten in de gebedsplaats (Moesalla). Er is geen overlevering dat hij (vrede zij met hem) het ʿIed-gebed in zijn moskee heeft verricht.

Ash-Shaafiʿie zegt in al-Oemm: “Het is overgeleverd dat de Boodschapper van Allah (vrede zij met hem) op de twee ʿIeds gewoon was naar de gebedsplaats in Medina te gaan, zoals ook degenen na hem (zoals de kaliefen) hebben gedaan. Behalve als er een reden voor was, zoals regen, e.d. De mensen van andere landen deden hetzelfde. Behalve de mensen van Mekka.”

(al-Oemm)

Hij (vrede zij met hem) was gewoon zijn mooiste gewaad te dragen en naar het gebed te gaan. Hij had een gewaad (Hoellah) die hij droeg met ʿIed en Djoemoeʿah. Een Hoellah is een tweedelig gewaad van dezelfde soort stof.

Ook was hij gewoon dadels te eten voor hij naar het ʿIed ul-Fitr gebed ging. Hij at er een oneven aantal van.

Anas heeft overgeleverd dat de Boodschapper van Allah (vrede zij met hem) er niet uit ging op de morgen van ʿIed ul-Fitr tot hij enkele dadels had gegeten. En hij at er een oneven aantal van.

(al-Boekhaarie)

Ibn Qoedaamah heeft gezegd: “Wij kennen geen enkel meningsverschil over het feit dat het aanbevolen (Moestahab) is om op de dag van ʿIed ul-Fitr vroeg te eten.

De reden om vóór het gebed te eten, is zodat niemand zal denken dat het noodzakelijk is te vasten totdat het gebed is verricht.

Er wordt gezegd dat dit was om zich te haasten naar het Bevel van Allah met betrekking tot het verplicht ontvasten, na de verplichting van het vasten.

Als er geen dadels beschikbaar zijn, dan dient men iets anders als ontbijt te hebben. Zelfs al is het slechts met water, zodat men het principe van de Soennah kan nakomen. Dit is om met iets te ontbijten vóór het verrichten van het ʿIed ul-Fitr gebed.

Met betrekking tot ʿIed ul-Adha was de Profeet (vrede zij met hem) gewoon niets te eten, totdat hij van de gebedsplaats terugkwam. Hij at dan iets van het vlees van zijn offer.

Het is overgeleverd dat hij met beide ʿIeds gewoon was de Ghoesl te verrichten. Ibn ul-Qayyim zegt: “Twee zwakke overleveringen zijn hierover verhaald. Maar het is bewezen van Ibn ʿOmar, die zeer ijverig was in het volgen van de Soennah, dat hij de Ghoesl verrichtte voordat hij weg ging op de dag van ʿIed.”

Hij (vrede zij met hem) ging lopend naar het ʿIed-gebed en kwam lopend terug.

Ibn ʿOmar (moge Allah tevreden met hem zijn) heeft gezegd: “De Boodschapper van Allah (vrede zij met hem) was gewoon lopend naar het ʿIed-gebed te gaan en terug te lopen.”

(Sahieh verklaard door Sheikh al-Albaanie in Sahieh Ibn Maadjah)

ʿAli ibn abie Taalib (moge Allah tevreden met hem zijn) heeft gezegd: “Het is Soennah om naar het ʿIed-gebed te lopen.”

(Hasan verklaard door Sheikh al-Albaanie in Sahieh at-Tirmidhie)

At-Tirmidhie heeft gezegd: “De meeste geleerden volgen deze overlevering en zeggen dat het aanbevolen (Moestahab) is voor een man om lopend naar het ʿIed-gebed te gaan. Het is aanbevolen om niet rijdend te gaan, behalve als hij hiervoor een excuus heeft.”

Als de Profeet (vrede zij met hem) de gebedsplaats bereikte, begon hij het gebed zonder Adhaan of Iqaamah en zonder te zeggen “as-Salaatoe Djaamiʿah” (het gebed zal beginnen). Het behoort tot de Soennah om niets van deze zaken te doen.

In de gebedsplaats verrichtte hij geen enkel gebed vóór of na het ʿIed-gebed.

De Profeet (vrede zij met hem) begon met het gebed voor de preek. Hij verrichtte twee Rakaʿaat. Met zeven opeenvolgende Takbiers in de eerste Rakaʿaat, inclusief de Takbierat ul-Ihraam (de openings-Takbier om het gebed te beginnen) en een korte pauze tussen de eerste twee Takbiers. Er is geen overlevering dat hij een specifieke Dhikr verrichtte tussen de Takbiers. Maar het is overgeleverd dat Ibn Masʿoed Allah prees en vredesgroeten stuurde aan de Profeet (vrede zij met hem).

Ibn ʿOmar, die altijd ijverig was in het volgen van de Profeet (vrede zij met hem), was gewoon zijn handen bij elke Takbier te heffen.

Als hij (vrede zij met hem) de Takbiers had voltooid, begon hij te reciteren. Hij reciteerde al-Faatihah en daarna Soerat Qaaf in de eerste Rakaʿah en Soerat al-Qamar in de tweede. Soms reciteerde hij Soerat al-Aʿla en vervolgens Soerat al-Ghaashiyah. Beide manieren zijn overgeleverd in authentieke overleveringen. Echter is geen enkel ander hoofdstuk in een authentieke overlevering genoemd. Als hij klaar was met de recitatie, verrichtte hij de Takbier en boog. Als hij de buiging en prosternatie had voltooid, stond hij weer op en verrichtte vijf Takbiers. Als hij de Takbiers had voltooid, begon hij weer met de recitatie. De Takbier was het eerste dat hij deed in elke Rakaʿah en zijn recitatie werd gevolgd door de Roekoeʿ.

Kathier ibnoe ʿAbdillaah ibn ʿAmr ibn ʿAwf heeft van zijn vader overgeleverd, en die weer van zijn opa, dat de Profeet (vrede zij met hem) tijdens het ʿIed-gebed in de eerste Rakaʿah zeven keer de Takbier verrichtte voordat hij de Koran reciteerde. En vijf keer in de tweede Rakaʿah voor het reciteren van de Koran.

(at-Tirmidhie)

At-Tirmidhie zegt: “Ik vroeg Mohammed (al-Boekhaarie) over deze overlevering en hij zei: “Er is niets dat meer correct is over dit onderwerp.” En ik zeg hetzelfde.”

Als de Profeet (vrede zij met hem) het gebed had voltooid, keerde hij zich en richtte zich tot de mensen. De mensen zaten in hun rijen en hij sprak hen aan, preekte en vermaande hen met geboden en verboden. Als hij iemand op een missie wilde sturen deed hij dit, en als hij ergens toe wilde aansporen dan deed hij dit.

Er was geen spreekgestoelte (Minbar) waarop hij stond. En de Minbar van Medina werd niet gebracht. Daarentegen sprak hij hen aan, terwijl hij op de grond stond. Djaabir zegt: “Ik woonde het ʿIed-gebed met de Boodschapper van Allah (vrede zij met hem) bij. Hij begon met het gebed voor de preek, zonder Adhaan of Iqaamah. Daarna stond hij, leunde op Bilaal en spoorde ons aan Allah te vrezen en te gehoorzamen. Hij preekte tot de mensen en herinnerde hen. Daarna ging hij naar de vrouwen en preekte tot hen en herinnerde hen.

(al-Boekhaarie en Moeslim)

Aboe Saʿied al-Khoedrie heeft gezegd: “De Profeet (vrede zij met hem) was gewoon om op de dag van al-Fitr en al-Adha naar de gebedsplaats te gaan. Hij begon met het gebed, daarna stond hij richting de mensen. De mensen zaten in hun rijen.”

(Moeslim)

De Profeet (vrede zij met hem) begon al zijn preken met het prijzen van Allah. Het is zelfs niet in één overlevering verhaald dat hij (vrede zij met hem) de preek begon met de Takbier. Daarentegen heeft Ibn Maadjah in zijn Soenan overgeleverd dat Saʿd al-Qaradh, de Moeʿaddhin van de Profeet, zei: “De Profeet (vrede zij met hem) was gewoon de Takbier te verrichten tussen de twee preken en hij was gewoon veelvuldig de Takbier te verrichten gedurende de preek van ʿIed. Dit is door al-Albaanie als zwak verklaard in Daʿief Ibn Maadjah. Alhoewel de overlevering zwak is, wijst het er niet op dat de Profeet (vrede zij met hem) gewoon was de preek met de Takbier te beginnen.

In Tamaam al-Mannah staat vermeld: “Ondanks dat het er niet op wijst dat het voorgeschreven is de ʿIed-preek te beginnen met de Takbier. De Isnaad (keten van overleveraars) is zwak. Het bevat een man die zwak is en iemand die onbekend (Madjhoel) is. Het is dus niet toegestaan dit als bewijs aan te halen dat het Soennah is om de Takbier te zeggen gedurende de preek.

Ibn ul-Qayyim heeft gezegd: “De mensen verschillen over de hoe de preek van ʿIed en bij het gebed voor regen (Istisqaa’) moet beginnen. Er is gezegd dat zij met de Takbier moeten beginnen. Er is gezegd dat de preek van Istisqaa’ moet beginnen met het gebed voor vergeving en er is gezegd dat zij moeten beginnen met het prijzen. Sheikh ul-Islaam ibn Taymiyah heeft gezegd: “Dit is de correcte mening. De Profeet (vrede zij met hem) was gewoon al zijn preken te beginnen met het prijzen van Allah.”

De Profeet (vrede zij met hem) verleende een concessie aan degenen die het ʿIed-gebed hadden bijgewoond om te blijven zitten en naar de preek te luisteren of te vertrekken.

Aboe Daawoed heeft overgeleverd dat ʿAbdoellah ibn us-Saa’ib heeft gezegd: “Ik woonde het ʿIed-gebed bij met de Boodschapper van Allah (vrede zij met hem). Toen hij klaar was met het gebed zei hij: “We gaan de preek houden. Wie wilt blijven zitten en naar de preek wilt luisteren, laat hem dit doen. En die wilt vertrekken, laat hem dit doen.”

(Sahieh verklaard door Sheikh al-Albaanie in Sahieh Abie Daawoed)

De Profeet (vrede zij met hem) was gewoon van route te veranderen op de dag van ʿIed. Hij ging volgens een bepaalde weg en kwam terug volgens een andere.

Djaabir ibnoe ʿAbdillaah zei: “Op de dag van ʿIed varieerde de Profeet (vrede zij met hem) zijn route.”

(al-Boekhaarie)

Islamqa.com