Wonderen

11546

Vraag:

Waarom heeft Allah Profeten, Engelen en Awliyaa' spirituele krachten gegeven om wonderen te verrichten? Waarom heeft Allah het makkelijk voor hen gemaakt om de verlangens en wensen van mensen te vervullen?

Dit is de grootste reden voor Shirk. Mensen volgen deze omdat zij hun problemen verminderen en wensen vervullen. Zo zijn er vele gebeurtenissen in alle religieuze boeken.

Kunt u ook vertellen waarom mensen naast het eren van de krachten van deze personen toch een vreedzaam leven leiden? En ook hoe hun dromen worden vervuld en hun problemen verdwijnen als zij enkele regels uit hun boeken reciteren? Alle krachten en boeken buiten Allah zijn slechts bedoeld om het Pad van de Ene God te laten zien. Die heeft bepaald dat deze krachten en boeken problemen oplossen en verlangens vervullen. Mensen verkrijgen hiervan voordelen. Dat is de reden dat ze het volgen. En hier is geen twijfel over.

Antwoord:

Alle lof zij Allah.

Eigenlijk dient jouw vraag grondig bekeken te worden of deze wel in overeenstemming is met het juiste begrip van de Islamitische principes of de realiteit van het leven.

Je stelt aan het begin van de vraag: “Waarom heeft Allah Profeten, Engelen en Awliyaa' spirituele krachten gegeven om wonderen te verrichten? Waarom heeft Allah het makkelijk voor hen gemaakt om de verlangens en wensen van mensen te vervullen?”

Dit is niet waar. Allah, de Verhevene, heeft Engelen en Awliyaa' geen krachten gegeven om wonderen te verrichten. Dit is één van de misvattingen die wijdverspreid zijn in veel moslimlanden en eeuwenlang door het volk in is geloofd. De geleerden en juristen hebben deze fouten en mythen onder de aandacht gebracht. En zij hebben uitgelegd dat Allah, de Verhevene, geen speciale krachten heeft gegeven aan schepsels die zij waar en wanneer dan ook kunnen gebruiken. Eenieder die zoiets beweert, moet met bewijzen uit de Koran en authentieke Soennah komen. Maar diegene zal nooit iets vinden dat hem zal ondersteunen (in deze mening). En het zal dan duidelijk worden dat hij een fout heeft gemaakt of liegt, als hij het bewust heeft gezegd.

De Koran staat namelijk vol verzen die de zwakte en hulpeloosheid benadrukken van elk schepsel. Ook vertelt het dat zij behoeftig zijn aan Allah, de Verhevene en Geprezene. Zij kunnen niets doen om zichzelf voordeel te brengen of schade af te wenden, noch zelfstandig of samen met anderen. Allah, de Geprezene en Verhevene, zegt (interpretatie van de betekenis):

“Zeg (o Mohammed): “Aanbidden jullie naast Allah dat wat geen kracht heeft om jullie te schaden of te baten?” En Allah, Hij is de Alhorende, de Alwetende.”

(Soerat al-Maa’idah: 76)

“Zeg: “Ik ben niet in staat om mijzelf te schaden of te baten, behalve als Allah het wil. En als ik kennis had over het onwaarneembare, dan had ik (het verrichten van) het goede vermeerderd en dan zou het slechte mij niet treffen. Ik ben slechts een waarschuwer en een verkondiger van verheugende Tijdingen voor een volk dat gelooft.”

(Soerat al-Acraaf: 188)

De Profeet (vrede zij met hem) is de leider van de mensheid en de meest geliefde van de schepselen van Allah. Hij had te maken met schade, moeilijkheden en ziekte. En zijn Heer, de Verhevene, beval hem om de mensen te zeggen dat hij geen kracht had voor- of nadeel te brengen voor zichzelf, behalve wat Allah wilt. Hoe kan hij (vrede zij met hem) dan iets van kracht bezitten om een ander te beïnvloeden? Wie heeft na dit nog het recht te claimen de kracht te hebben om een ander voordeel of schade te brengen, wonderen te verrichten of gebeurtenissen die strijdig zijn aan de natuurwetten te laten plaatsvinden. Dit wordt herhaald in Soerat Yoenoes waarin Allah, de Verhevene, zegt (interpretatie van de betekenis):

“Zeg (o Mohammed): “Ik ben niet in staat om mijzelf te schaden of te baten, behalve als Allah het wil. Voor iedere gemeenschap is er een (vastgesteld) tijdstip (voor de Bestraffing). Wanneer haar (vastgestelde) tijdstip is gekomen, kunnen zij het (tijdstip) voor geen moment uitstellen, noch kunnen zij het vervroegen.”

(Soerat Yoenoes: 49)

Ook wordt het duidelijk uitgelegd in het vers waarin Allah, de Geprezene en Verhevene, zegt (interpretatie van de betekenis):

“Zeg (o Mohammed): “Ik zeg jullie niet dat ik de Schatten van Allah bij mij heb, noch dat ik op de hoogte van het onwaarneembare ben. Noch zeg ik jullie dat ik waarlijk een Engel ben. Ik volg slechts dat wat aan mij geopenbaard wordt.” Zeg: “Zijn de blinde en degene die kan zien dan gelijk (aan elkaar)? Denken jullie dan niet na?”

(Soerat al-Ancaam: 50)

Vóór onze Profeet (vrede zij met hem) was Noeh (vrede zij met hem) bevolen iets soortgelijks te zeggen. Zoals Allah, de Verhevene ons te kennen geeft, zeggende (interpretatie van de betekenis):

“En ik zeg jullie niet dat ik de Schatten van Allah bij mij heb, noch dat ik kennis van het onwaarneembare heb. Noch zeg ik dat ik waarlijk een Engel ben. Noch zeg ik tegen degenen waarop jullie ogen neerkijken dat Allah hun niets goeds zal geven. Allah is beter op de hoogte van wat er in henzelf is. Waarlijk, dan zou ik zeker tot de onrechtplegers behoren.”

(Soerat Hoed: 31)

Aan deze Profeten, die de meeste nobele mensen zijn en het dichtst bij Allah, was verboden te claimen enige autoriteit, kracht of mogelijkheid te hebben voorzieningen te schenken. Zij werden bevolen om de mensen op te roepen hun wensen te richten tot Allah en hun hart en gedachte te richten op de Heer, de Schepper. Alle schepselen zijn behoeftig en zwak. Ongeacht hoe hoog hun status is. Allah, de Verhevene, zegt (interpretatie van de betekenis):

“O mensen, jullie zijn degenen die behoeftig zijn aan Allah. En Allah, Hij is de Rijke (d.w.z. Vrij van alle behoeften), de Meest Prijzenswaardige.”

(Soerat Faatir: 15)

De wonderen van de Profeten zijn uniek en zijn specifiek voor hen, en niet van alle tijden. Met uitzondering van het wonder van de Koran die tot het einde der tijden zal blijven. Alle overige wonderen waren bedoeld voor een specifiek doel, namelijk het bewijzen van het Profeetschap aan de mensen. Ze waren niet bedoeld om mensen te doen dwalen of hen te hechten aan een bepaalde kracht die een persoon bezat. Ongeacht dit een Profeet of Boodschapper was. Allah, de Verhevene, zegt (interpretatie van de betekenis):

“Voorzeker, ongelovig zijn degenen die zeggen: “Waarlijk, Allah is één van (de)drie (in een drie-eenheid).” Maar er is geen god behalve één God (Allah). En als zij niet ophouden met dat wat zij zeggen, dan zullen degenen onder hen die niet geloven zeker getroffen worden door een pijnlijke Bestraffing. Zullen zij dan geen berouw tonen jegens Allah en om Zijn Vergiffenis vragen? En Allah is Meest Vergevingsgezind, Meest Genadevol. De Messias (cIesa), de zoon van Maryam, was niet meer dan een Boodschapper. Vóór hem zijn Boodschappers heengegaan. En zijn moeder was een waarachtige vrouw. Zij aten beiden voedsel. Zie hoe Wij de tekenen aan hen duidelijk maken, (en) zie vervolgens hoe zij zijn afgedwaald (van Zijn aanbidding). Zeg (o Mohammed): “Aanbidden jullie naast Allah dat wat geen kracht heeft om jullie te schaden of te baten?” En Allah, Hij is de Alhorende, de Alwetende.”

(Soerat al-Maa’idah: 73-76)

Denk aan hoe Allah degenen weerlegt die de wonderen van de Messias cIesa, de zoon van Maryam, verkeerd opvatten. Zij halen deze uit de context waarin de Messias ze heeft uitgevoerd. Namelijk om zijn Profeetschap te bevestigen. Zij hebben deze wonderen als aanleiding genomen anderen met Allah te associëren en baseren zich hierbij op de bewering dat de Messias unieke kwaliteiten en verreikende mogelijkheden heeft. Zoals de aan hem door Allah gegeven gunst om de doden op te wekken en de zieken te genezen. Deze bewering is de oorzaak van verwarring en moeilijkheden. Bovendien dient beseft te worden dat al deze wonderen slechts plaatsvonden middels de Wil, Toestemming van en schepping door Allah, zoals we duidelijk kunnen zin in het verhaal van cIesa. Zijn wonderen kwamen niet tot stand door onafhankelijke krachten of complete vrijheid (de wonderen te allen tijde te verrichten). In plaats daarvan waren dit tijdelijke situaties waarin Allah wonderen deed plaatsvinden aan de hand van Zijn Profeet en daarna beëindigde. Daarom deed Allah, de Verhevene, dit volgen met een herinnering tot de mensen aan de menselijkheid van de Messias en zijn moeder en hun menselijk onvermogen en zwakte, zeggende (interpretatie van de betekenis):

“Zeg (o Mohammed): “Aanbidden jullie naast Allah dat wat geen kracht heeft om jullie te schaden of te baten?” En Allah, Hij is de Alhorende, de Alwetende.”

(Soerat al-Maa’idah: 76)

De wonderen zijn door de Boodschappers en Profeten met een specifiek doel verricht, namelijk om het Profeetschap te bevestigen en niets meer. Dit houdt in dat het gebruik van wonderen was beperkt tot tijd en plaats. En het was geen zaak waarin een individuele Profeet of Boodschapper de vrije hand in was gegeven.

De Messias (vrede zij met hem), ondanks de verbluffende wonderen zoals het opwekken van de doden middels de Wil van Allah, was niet in staat de aanvallers die hem wilden kruisigen af te slaan. Totdat Allah hem tot Zich nam en ervoor zorgde dat één van zijn metgezellen op hem leek. En toen zijn metgezellen hem vroegen de tafel in de hemel te laten neerdalen, was hij hiertoe niet in staat. Behalve door het vragen en smeken van Allah, de Geprezene en Verhevene.

Moesa (vrede zij met hem) ontvluchtte met de kinderen van Israël de agressie van de farao en zijn mensen. Hij gebruikte zijn staf niet behalve als Allah het hem beval. Hierna spleet hij de zee en maakte het voor hen makkelijk te vluchten.

Toen de hardleersheid van ongelovigen van Qoeraysh toenam in het eisen van tekenen van onze Profeet Mohammed (vrede zij met hem), leek het alsof zij dachten dat hij de absolute krachten had wonderen te verrichten wanneer en hoe hij wilde. Het antwoord aan dit alles kende enkel twee woorden die ook jouw verwardheid zullen beantwoorden. Deze woorden zijn een uiting van verwondering over hun halsstarrigheid en hun misvatting van de ware natuur het Profeetschap. Allah, de Verhevene, zegt (interpretatie van de betekenis):

“En zij zeiden: “Wij zullen jou niet geloven, totdat jij een waterbron uit de aarde voor ons doet ontspringen. Of (totdat) er voor jou een tuin met dadelpalmen en druiven zal zijn en jij daartussen dan overvloedige rivieren doet ontspringen. Of (totdat) jij de hemel in stukken op ons doet neervallen, zoals jij beweerde. Of (totdat) jij met Allah en de Engelen komt, zodat wij hen kunnen aanschouwen. Of (totdat) er voor jou een huis van goud zal zijn, of (totdat) jij opstijgt naar de hemel. En wij zullen (zelfs dan) niet in jouw opstijging geloven, totdat jij aan ons een boek neerzendt dat wij zullen lezen.” Zeg (o Mohammed): “Verheven is mijn Heer. Ben ik niet slechts een mens, (gezonden als) een Boodschapper?”

(Soerat al-Israa’: 90-93)

Tegenover de wonderen van de Profeten die tot de grootste oorzaken van leiding behoren, vinden we de beproeving van Dadjjaal. En dat wat Allah middels hem zal laten gebeuren aan geweldige daden. Dit zijn grote beproevingen en behoren tot de meest gevaarlijke oorzaken van dwaling. Dit vinden we in een overlevering van an-Nawwaas ibn Samcaan (moge Allah tevreden met hem zijn). Hierin spreekt de Profeet (vrede zij met hem) over de Dadjjaal en zei: “Hij zal komen tot mensen en hen uitnodigen. Zij zullen in hem geloven en gehoor aan hem geven. Dan zal hij de hemelen bevelen en het zal regenen. En hij zal de aarde bevelen en het zal produceren. Zijn kudde zal in de avond tot hem terugkeren met hoge bulten als nooit tevoren, volle uiers en hun zijden uitgerekt (vanwege de verzadigdheid). Dan zal hij komen tot andere mensen en hen uitnodigen. En zij zullen verwerpen wat hij zegt. Hierop zal hij hen verlaten en zullen zij getroffen worden door droogte zonder iets van hun rijkdom in hun bezit. Hij zal ruïnes passeren en zeggen: “Breng jullie schatten voort”. De schatten zullen hem volgen als een zwerm bijen. Daarna zal hij een jeugdige man roepen en hem raken met zijn zwaard en hem in tweeën splijten. Hij zal de stukken van elkaar scheiden met een afstand van elkaar zoals een boogschutter tot zijn doel. Daarna zal hij hem roepen en zal hij komen met een glimmend en lachend gelaat.”

(Moeslim)

Ondanks deze eigenschappen zal hij eenogig zijn en zal hij niet de kracht hebben zijn eigen ogen in zijn gezicht te herstellen. Tussen zijn ogen zal het woord  “Kafar” (ongelovig) staan en hij zal niet in staat zijn dit te verwijderen of te veranderen. De Messias, cIesa de zoon van Maryam (vrede zij met hem), zal hem doden en hij zal niet de kracht hebben de dood te ontwijken. Aboe Sacied al-Khoedrie (moge Allah tevreden met hem zijn) heeft overgeleverd dat de Profeet (vrede zij met hem) over de Dadjjaal sprak, zeggende: “Hij zal komen maar het zal hem verboden zijn de bergpassen van Medina te betreden. Hij zal dan naar de dorre gebieden nabij Medina gaan. Op deze dag zal er een man naar hem toe gaan die de beste of één van de beste mensen is en hem zeggen: “Ik getuig dat jij Dadjjaal bent waarover de Boodschapper van Allah (vrede zij met hem) heeft gesproken”. De Dadjjaal zal zeggen: “Als ik deze man dood en hem weer tot leven breng, denk je dan dat jij enige twijfel zal hebben?” De mensen zullen antwoorden: “Nee”. Waarna hij hem zal doden en hem weer tot leven zal brengen. Als hij weer tot leven is gebracht zal hij zeggen: “Bij Allah, ik was nooit zekerder van jou dan nu.” Hij (vrede zij met hem) zei: “De Dadjjaal zal hem willen doden, maar hiertoe niet in staat zijn.”

(Moeslim)

De gelovige is degene die de bescherming zoekt van Allah, de Verhevene. En die niet bedrogen wordt door bijzondere prestaties, gelooft dat het tekenen zijn van goddelijkheid of reden zijn een andere te aanbidden dan Allah. Als hij de zaak kort overpeinst (zoals hierboven beschreven), zal hij zich het verschil realiseren tussen goddelijkheid en dienstbaarheid. De Koran benadrukt duidelijk dit verschil en geeft aan dat dit een test en beproeving is voor de mensheid. Deze wereld is namelijk rijk aan testen en beproevingen. Allah zegt (interpretatie van de betekenis):

“En als Allah het had gewild, dan had Hij jullie tot één gemeenschap gemaakt, maar Hij wil jullie beproeven met dat wat Hij jullie heeft gegeven. Wedijver dus in (het verrichten van) het goede. Tot Allah is de terugkeer van jullie allen, dan zal Hij jullie berichten over datgene waarover jullie (van mening) verschilden.”

(Soerat al-Maa’idah: 48)

“Degene Die de dood en het leven heeft geschapen, om jullie te beproeven (en daarmee aan te tonen) wie van jullie de beste daden verricht. En Hij is de Almachtige, de Meest Vergevingsgezinde.”

(Soerat al-Moelk: 2)

“En Hij is Degene Die de hemelen en de aarde in zes dagen heeft geschapen, en Zijn Troon bevond zich op het water, om jullie te beproeven (en daarmee aan de tonen) wie van jullie de beste daden verricht.”

(Soerat Hoed: 7)

Het bedrogen worden door verhalen die worden verteld over het verlichten van tegenspoed, oplossen van moeilijkheden en het wegnemen van zorgen en problemen door hulp te zoeken bij degenen die claimen wonderen te kunnen verrichten en buitengewone krachten te bezitten, ongeacht zij moslims zijn of niet, is één van de oorzaken van dwaling voor de mensen. Niemand is hiertoe gedoemd, behalve degene die de realiteit van het geloof niet begrijpt en is bedrogen door sommige verhalen.

Sheikh ul-Islaam ibn Taymiyah (moge Allah hem genadig zijn) heeft gezegd: “Men moet begrijpen dat de reden dat de christenen dwaalden en anderen tot het uiterste gingen, zoals de extreme aanbidders, de Raafidah en anderen afgedwaalden, drie oorzaken heeft:

1. Dubbelzinnige en onduidelijke woorden die algemeen van betekenis zijn en overgeleverd zijn van de Profeten. Deze mensen negeren de duidelijke, eenduidige woorden en klampen zich vast aan deze (dubbelzinnige) woorden. Telkens als zij iets horen dat als ondersteuning van hun schijnbare argumenten kan dienen, houden ze zich hieraan vast en interpreteren dit op hun inzienswijze. Ook al is hier geen bewijs voor. Maar met betrekking tot de duidelijke en eenduidige woorden die tegengesteld daaraan zijn, geven zij aan dat Allah het best weet wat het betekent of zij interpreteren het verkeerd zoals de volgelingen van dwaling doen. Zij volgen rationeel en/of tekstueel dubbelzinnige bewijzen en keren zich af van de duidelijke eenduidige bewijzen van beide.

2. Buitengewone eigenschappen waarvan zij denken dat het tekenen of wonderen zijn. Maar het zijn slechts listen van de duivels. Dit is iets dat vele polytheïsten en anderen laat dwalen. Zoals als de duivels beelden binnentreden en tot de mensen spreken. Of dat duivels waarzeggers vertellen over zaken van het ongeziene, maar dit vermengen met leugens. En er zijn andere daden die de duivels verrichten.

3. Vertellingen die hun werden overgeleverd en waarvan zij dachten dat ze waar zijn, terwijl deze vals zijn. De christenen noch een andere afgedwaalde groep heeft bewijzen die hun valsheid ondersteunen. Of deze (bewijzen) nu gebaseerd zijn op duidelijke rationele gedachten of correcte teksten. Ook hebben zij geen enkel teken of wonder van de Profeten.”

(al-Djawaab us-Sahieh, boekdeel 2, blz. 315)

In de derde reden is een antwoord te vinden op wat jij stelt in je vraag: “Kunt u ook vertellen waarom mensen naast het eren van de krachten van deze personen toch een vreedzaam leven leiden? En ook hoe hun dromen worden vervuld en hun problemen verdwijnen als zij enkele regels uit hun boeken reciteren?” Je bevestigt dat het meeste wat je hierover hoort duidelijke leugens, geruchten en overdrijvingen zijn. Laat deze bedriegers oplossingen brengen voor de mensheid die zij claimen te hebben. Of op z’n minst voor hun eigen mensen. En laat ze eenieder om hen heen beschermen tegen armoede, ziekte, werkloosheid en ander tegenspoed.

Deze en andere zaken zijn normale vragen die wij jou kunnen stellen. Wij snappen niet hoe iemand in de 21e eeuw waarin kennis en begrip wijdverspreid zijn onder de mensen, op zo'n irrationele manier kan denken. Of kan denken dat er een mens is die enige kracht kan bezitten onafhankelijk van Allah, de Verhevene, die hem in staat stelt om door het reciteren van enkele zinnen of het doen van enkele trucs of buitengewone zaken, het leven van een persoon kan veranderen.

Maar als jij bedoelt dat de volgelingen van de Profeten problemen uit hun leven kunnen laten verdwijnen door slechts het reciteren van verzen uit hun boeken, dan is dit niet correct en ver verwijderd van het begrip over de ware oproep van de Profeten en hoe hun volgelingen leefden.

Ten eerste zeggen we dat de voortreffelijkheid van het volgen van de Profeet (vrede zij met hem) ligt in het vasthouden aan zijn leringen en Boodschap. En niet slechts door het reciteren van enkele verzen uit hun boeken. In plaats daarvan vergt dit een essentiële verandering in leefstijl en manier van denken om de Profeet (vrede zij met hem) op een nauwkeurige manier te volgen. Allah, de Verhevene, zegt (interpretatie van de betekenis):

“En voorwaar, dit is Mijn rechte Pad. Volg het dus. En volg de (andere) wegen niet, want die zullen jullie van Zijn Weg scheiden (d.w.z. van Zijn Weg doen afdwalen). Dit is wat Hij jullie heeft opgedragen, opdat jullie (Allah) zullen vrezen.”

(Soerat al-Ancaam: 153)

“Zeg (o Mohammed): “Voorwaar, mijn gebed, mijn offer, mijn leven en mijn dood zijn voor Allah, de Heer van de werelden. Hij heeft geen deelgenoten. En hiertoe ben ik bevolen, en ik ben de eerste van de moslims.”

(Soerat al-Ancaam: 162-163)

Bovendien zeggen we tegen jou dat de problemen en moeilijkheden van het leven, zoals armoede, ziekte en verlies van dierbaren, ook aanwezig waren in het leven van de Profeten en hun volgelingen. Deze wereld zit vol beproevingen en testen waar de grootse Wijsheid van Allah achter zit. Wat wel afwezig was in hun levens was ellende, leed, dwaling en wanhoop. Ongeacht de beproevingen die zij moesten doormaakten.

We dienen het Boek van Allah, de Verhevene, en de Soennah van de Boodschapper van Allah (vrede zij met hem) te overpeinzen om de echte Boodschap van Tawhied die de Islam heeft gebracht te kennen. We dienen niet in de war te raken door mythen van leugenaars en bedriegers die mensen bedriegen met trucs of wonderen claimen te kunnen verrichten. Terwijl zij ver zijn verwijderd van de mensen van het pad van goedheid. Wonderen kunnen slechts verricht worden met de Wil van Allah. Hij is de Enige die deze kan schenken. En dat wordt slechts verkregen als resultaat van het volgen van de Profeet (vrede zij met hem). Allah, de Verhevene, kan deze laten plaatsvinden bij een persoon omdat hij zich in een situatie begeeft waarin hij hulp nodig heeft. Of als bewijs voor de correctheid van zijn religie tegenover zijn tegenstanders.

Bovendien is het basisprincipe met betrekking tot deze wonderen dat men deze verborgen dient te houden. En dit dient een zaak te blijven tussen de vrome dienaar en zijn Heer. Met betrekking tot degenen die te koop lopen met zulke eigenschappen; als zij echt het rechte pad zouden volgen, dan zouden zij er niet mee te koop lopen of er bij de mensen mee pronken. Of dat zij proberen hiermee rijkdommen te verkrijgen of deze eigenschappen voor eigen gewin te gebruiken. Maar dit is de weg van de bedriegers en degenen die Haraam bezit consumeren. Zoals as-Soebkie heeft gezegd: “De Moecdjizaat (wonderen) kunnen vergezeld gaan met claims op het Profeetschap. Dit is niet het geval met Karaamaat (buitengewone eigenschappen). Daarnaast zijn wonderen bedoeld om openlijk te laten plaatsvinden en gezien te worden door veel mensen. En degene door wie het wordt verricht (de Profeet) is bevolen dit openlijk te tonen. Terwijl buitengewone eigenschappen gebaseerd zijn op discretie. En degene door wie het wordt verricht (de vriend van Allah) is bevolen dit te verbergen en het niet bekend te maken. Slechts bij enkele uitzonderingen wordt het niet publiekelijk bekend gemaakt bij veel mensen. Bovendien kan een wonder (Moecdjizah) elke buitengewone gebeurtenis zijn. De Karaamah beperkt zich echter tot slechts enkele vormen. Dit zoals uitgelegd door al-Qoeshayrie. En dit is de meest correcte mening.”

(Tabaqaat ush-Shafaaciyyat il-Koebra, boekdeel 2, blz. 317)

Het dient begrepen te worden dat de Genade van Allah tegenover Zijn dienaren en Zijn Wijsheid in alles dat Hij schept, alsmede in Zijn Geboden en Verboden en dat wat Hij aan Zijn Boodschappers en Profeten schenkt, bewijzen zijn voor de mensen. Zodat zij erin zullen geloven. Hij houdt er immers van het bewijs te vestigen voor Zijn dienaren (zodat er geen excuus zal zijn). En Hij houdt ervan dat zij geleid worden naar het Rechte Pad.

Wie dit (het kunnen verrichten van Moecdjizaat of Karaamaat) neemt als een middel om gehecht te raken aan de Profeten (of een ander schepsel) op een manier die slechts past bij een relatie van een dienaar met zijn Heer en Schepper, en vraagt om zijn behoefte te vervullen waartoe niemand in staat is behalve Allah; diegene doet zichzelf onrecht aan. En hij dient niemand te beschuldigen behalve zichzelf, omdat hij zelf neigt naar het kwade dat een bron is van al het slechte en dwaling. Hij dient te weten dat zijn pad anders is dan de oproep van de Profeten. Hun oproep kan worden samengevat in het volgende vers (interpretatie van de betekenis):

“U Alleen aanbidden wij, en U Alleen vragen wij om hulp.”

(Soerat al-Faatihah: 5)

Er is nog veel meer te zeggen over jouw vraag. Echter hopen wij dat datgene wat wij hebben vermeld een toereikende samenvatting is. En Allah weet het het beste.

Islamqa.com