Zit het geloof alleen in het hart?

6417
Vraag:
Wat is uw mening over een persoon die, nadat hij aangesproken is op enkele zonden, zoals het scheren van de baard, roken en het dragen van de kleding onder de enkels, antwoordt met: “Het geloof zit in het hart en niet in het laten staan van de baard of het dragen van de kleding onder de enkels.” Ook voegt hij verder het volgende aan zijn woorden toe: “Allah kijkt niet naar jullie lichamen (doelend op de genoemde zonden), maar Hij kijkt naar jullie harten.”
Antwoord:
Alle lof zij Allah en vrede en zegeningen zij met Zijn Boodschapper, diens familie en metgezellen.
Dit soort uitspraken wordt dikwijls door onwetende personen gedaan en anderen die hiermee volledig mistasten. Alhoewel er een kern van waarheid in deze woorden ligt, is de achterliggende gedachte van deze persoon onjuist. Deze persoon tracht namelijk slechts zijn daden van ongehoorzaamheid te rechtvaardigen door te beweren dat het geloof in het hart volstaat zonder het nakomen van de verplichtingen en het nalaten van de zonden. Dit is een ernstig misverstand, want het geloof bestaat niet alleen uit een hartsovertuiging.
Ahl us-Soennati wal Djamaacah, legt het geloof uit als zijnde een uitspraak van de tong (geloofsverklaring), waar het hart van overtuigd is en die door de ledematen wordt bevestigd. Ter bevestiging hiervan zei Al-Hasan al-Basri: “Het geloof komt niet tot stand door verwensing, maar het is wat zich nestelt in het hart en door daden wordt bevestigd.”
Het begaan van zonden en het verwaarlozen van de verplichtingen zijn aanwijzingen voor een verzwakt en verminderd geloof in het hart. Zo zegt Allah (interpretatie van de betekenis):
“O jullie die geloven, eet niet van de rente met meervoudige verdubbeling en vreest Allah, hopelijk zullen jullie welslagen.”
(Soerat Aali cImraan: 130)
Ook zegt Allah, de Verhevene (interpretatie van de betekenis):
“O jullie die geloven, wees ootmoedig.”
(Soerat al-Maa’idah: 35)
En (interpretatie van de betekenis):
“Waarlijk, degenen die geloven en goede daden verrichten.”
(Soerat al-Baqarah: 277)
Verder zegt Allah (interpretatie van de betekenis):
(Zij allen) geloven in Allah en in de Laatste Dag, en zij verrichten goede werken.”
(Soerat al-Baqarah: 62)
Er kan geen sprake zijn van geloof, en al helemaal niet van volmaakte geloof, behalve wanneer men goede daden verricht en zonden nalaat. Zo zegt Allah (interpretatie van de betekenis):
Bij de tijd. Waarlijk de mens is in verlies. Behalve degenen die geloven en goede daden verrichten en elkaar aansporen tot de waarheid en elkaar aansporen tot geduld.”
(Soerat al-cAsr: 1-3)
Tevens zegt Allah (interpretatie van de betekenis):
“O jullie die geloven, gehoorzaamt Allah en gehoorzaamt de Boodschapper.”
(Soerat an-Nisaa’: 59)
Tenslotte zegt Allah ook (interpretatie van de betekenis):
“O jullie die geloven, geeft gehoor aan Allah en aan de Boodschapper wanneer hij jullie oproept tot wat jullie leven geeft.”
(Soerat al-Anfaal: 24)
Het verrichten van goede daden zonder het koesteren van geloof in het hart is niet genoeg. Sterker nog, dit zijn de kenmerken van een huichelaar die uiteindelijk terecht zal komen in de diepste krochten van de Hel. Evenzeer heeft een geloof in het hart dat niet wordt uitgesproken met de tong en niet uitmondt in het verrichten van goede daden geen relevantie. Het is daarentegen verplicht om te geloven met het hart, dit uit te spreken met de tong en te bevestigen met de ledematen. De zondige daden duiden op een verzwakt geloof bij de zondaar, omdat het geloof simpelweg toeneemt aan de hand van gehoorzaamheid en afneemt aan de hand van ongehoorzaamheid.
En vrede en zegeningen zij met de Boodschapper van Allah.
Sheich Saalih ibn Fawzaan al-Fawzaan