Wat zegt de Islam over discriminatie en racisme?

20103
Vraag:

Wat zegt de Islam over discriminatie en racisme?

Antwoord:

Alle lof zij Allah en vrede en zegeningen zij met de Profeet, zijn familie en zijn metgezellen

De gehele mensheid stamt af van één man en vrouw. Dit geldt voor zowel de gelovigen als ongelovigen, de blanke en de kleurling, de Arabier en de niet-Arabier, de rijke en de arme en de edele en de ongewaardeerde. De Islam maakt geen onderscheid op basis van kleur, geslacht of afkomst. Een ieder stamt af van Aadam (vrede zij met hem) en Aadam is gemaakt van aarde.

Datgene wat een persoon in rang doet stijgen zijn slechts een diep verankerde geloofsovertuiging en godsvrucht. Deze zijn te verkrijgen door hetgeen Allah bevolen heeft na te komen en je verre te houden van hetgeen Allah verboden heeft. Allah zegt immers (interpretatie van de betekenis):

"O mensheid, Wij hebben jullie geschapen uit een man en een vrouw en Wij hebben jullie tot volken en stammen gemaakt, opdat jullie elkaar leren kennen. Voorwaar, de meest edele onder jullie bij Allah is degene met het meeste godsvrucht. Voorwaar, Allah is van alles op de hoogte, Alwetend."

(Soerat Al-Hoedjoeraat: 13)

De Islam doet een ieder gelijke rechten en plichten toekomen en voor de Islamitische wetgeving zijn alle mensen gelijk. Allah zegt (interpretatie van de betekenis):

"Wie het goede doet, man of vrouw, en hij gelooft: voorwaar, aan hem geven Wij een goed leven. En Wij zullen hen zeker belonen met hun beloning, volgens het beste wat zij plachten te doen."

(Soerat An-Nahl: 97)

Een diep verankerde geloofsovertuiging, oprechtheid en godsvrucht leiden allen naar het Paradijs. De bezitter van deze eigenschappen, ook al betreft het de meest zwakke en ongewaardeerde persoon, zal het Paradijs binnentreden. Zoals Hij, de Verhevene zegt (interpretatie van de betekenis):

"En wie in Allah gelooft en goede daden verricht: Hij zal hem Tuinen (het Paradijs) doen binnengaan waar de rivieren onder door stromen. Zij zijn daarin eeuwig levenden, voor altijd. Allah heeft hem waarlijk een goede voorziening gegeven."

(Soerat At-Talaaq: 11)

Ongeloof, hoogmoed en het overschrijden van de grenzen leiden allen naar het Hellevuur. De bezitter van deze eigenschappen, ook al betreft het de meest rijke en edele persoon, zal het Hellevuur binnentreden. Zoals Allah zegt (interpretatie van de betekenis):

"Maar degenen die ongelovig waren en Onze verzen loochenden; zij zijn degenen die de bewoners van de Hel zijn, zij zijn daarin eeuwig levenden. En slecht is de plaats van terugkeer!"

(Soerat At-Taghaaboen: 10)

De Profeet (vrede zij met hem) is erin geslaagd moslims van verschillende stammen, rassen en huidskleuren onder één vlag te verzamelen. Hun harten waren vervuld met Tawhied. Zij werden bijeengebracht door een diep verankerde geloofsovertuiging en godsvrucht. Zoals Aboe Bakr de Qoerayshiet, Ali ibn Abi Taalib de Hashemiet, Bilal de Abessiniër, Soehayb de Romein en Salmaan de Pers. De rijke zoals cOethmaan en de arme zoals cAmmaar en de mensen van weelde en Ahl us-Soeffah. Zij geloofden in Allah en streden op Zijn Pad. Totdat Allah tevreden met hen was alsmede de Profeet (vrede zij met hem). Zij zijn de ware gelovigen.

"Hun beloningen bij hun Heer zijn de Tuinen van Eden (het Paradijs), waar de rivieren onder door stromen, zij zijn de eeuwig levenden daarin, voor altijd. Allah is met hen behaagd en zij zijn met Hem behaagd. Dat is voor wie zijn Heer vreest."

(Soerat Al-Bayyinnah: 8)

Uit het boek "Oesoel ud-Dien al-Islaami" van Sheich Mohammed ibnoe Ibrahim at-Tawiedjri

Mawsoecat Fataawa Moecaasirah blz. 513