Bijzonder onderwijs op islamitische grondslag loopt gevaar

10991

Ongeacht de uitspraak in het kort geding tussen het Cornelis Haga Lyceum en de Staat, vormt de rechtszaak een voorlopige climax in een langslepende strijd die vergaande gevolgen zal hebben voor het bijzonder onderwijs in Nederland. De rechtszaak weerspiegelt de polarisatie in ons land. Polarisatie is overal voelbaar en merkbaar, waarbij grondrechten steeds meer in de verdrukking komen. Overheden spelen hierin paradoxaal genoeg een prominente rol, getuige het feit dat er meerdere wetten en maatregelen zijn ingevoerd die specifiek gericht zijn op de moslimgemeenschap. Voorbeelden zijn het boerkaverbod, het wetsvoorstel verbod op religieuze slacht en het tegengaan van buitenlandse financiering van moskeeën. Met het stelselmatig dwarsbomen van bijzonder islamitisch onderwijs lijken overheden een volgende fase in te gaan. Stichting as-Soennah ziet zich dan ook genoodzaakt om stelling te nemen tegen de afkalving van onze rechtstaat en het inperken van onze grondrechten door de Staat.

De Cornelis Haga Lyceum-casus gaat in essentie niet om het tegenwerken van een ‘omstreden’ bestuurder of ‘omstreden’ school, maar om de vrijheid van religieuze minderheden om binnen de kaders van de wet bijzondere scholen te kunnen stichten. De overheid mag en kan, onder het mom van containerbegrippen als anti-integratief of antidemocratisch, geen obstakels opwerpen. In Nederland is er plaats voor orthodox-joods en orthodox-protestants onderwijs, waarom dan niet voor bijzonder islamitisch onderwijs?

De recente publicaties in diverse dagbladen schetsen een onthutsend beeld van het proces rondom het Haga Lyceum. Dat de verschillende overheden hun boekje te buiten zijn gegaan zou alle alarmbellen in de samenleving moeten doen afgaan. Het dubieuze handelen van de gemeente Amsterdam, het ministerie van Onderwijs, de Onderwijsinspectie en de AIVD, is niet alleen moreel verwerpelijk, maar ook evident in strijd met algemene beginselen van behoorlijk bestuur.

Om enigszins de schade te beperken, willen verschillende overheden de boodschap uitdragen dat er in Nederland plaats is voor islamitisch onderwijs. Deze overheden praten met meel in de mond, blijkens het feit dat alle aanvragen voor een islamitische middelbare school het afgelopen jaar zijn afgewezen. Vandaag is bekend geworden dat de gemeente Westland, ondanks dat de Raad van State (het hoogste orgaan binnen het bestuursrecht)  groen licht heeft gegeven, weigert mee te werken aan de komst van een islamitische basisschool. Juist overheden dienen zich aan de wet te houden en rechterlijke uitspraken te eerbiedigen.

Stichting as-Soennah maakt zich ernstige zorgen betreffende het feit dat de overheden strengere en andere maatstaven hanteren voor  onderwijs op islamitische grondslag. De rechtstaat wordt daarmee uitgehold. Dit is een buitengewoon ernstige en zorgelijke ontwikkeling. Overheden dienen de grondrechten van alle burgers te waarborgen en geen klassenjustitie te bedrijven. Het vertrouwen in de overheden wordt daarmee ernstig geschaad.

Bestuur stichting as-Soennah
10 juli 2019