Tafsier soerat Al-Baqarah vers 187 – 189

8323
Vers 187:
أُحِلَّ لَكُمْ لَيْلَةَ الصِّيَامِ الرَّفَثُ إِلَى نِسَآئِكُمْ هُنَّ لِبَاسٌ لَّكُمْ وَأَنتُمْ لِبَاسٌ لَّهُنَّ عَلِمَ اللّهُ أَنَّكُمْ كُنتُمْ تَخْتانُونَ أَنفُسَكُمْ فَتَابَ عَلَيْكُمْ وَعَفَا عَنكُمْ فَالآنَ بَاشِرُوهُنَّ وَابْتَغُواْ مَا كَتَبَ اللّهُ لَكُمْ وَكُلُواْ وَاشْرَبُواْ حَتَّى يَتَبَيَّنَ لَكُمُ الْخَيْطُ الأَبْيَضُ مِنَ الْخَيْطِ الأَسْوَدِ مِنَ الْفَجْرِ ثُمَّ أَتِمُّواْ الصِّيَامَ إِلَى الَّليْلِ وَلاَ تُبَاشِرُوهُنَّ وَأَنتُمْ عَاكِفُونَ فِي الْمَسَاجِدِ تِلْكَ حُدُودُ اللّهِ فَلاَ تَقْرَبُوهَا كَذَلِكَ يُبَيِّنُ اللّهُ آيَاتِهِ لِلنَّاسِ لَعَلَّهُمْ يَتَّقُونَ
Toen het vasten voor het eerst werd verplicht gesteld, mochten de moslims ‘s avonds na het slapen gaan niet meer eten, drinken of geslachtsgemeenschap bedrijven. Dit werd door sommigen als zwaar ervaren. Zij konden het dan ook niet laten om toch de fout in te gaan. Vandaar dat Allah deze zaak voor hen heeft vergemakkelijkt en het toestond om gedurende de gehele nacht te eten, te drinken en gemeenschap te hebben. Ongeacht of zij al dan niet in slaap waren gevallen. Zij werden weer in de gelegenheid gesteld om zonder beperkingen ‘s avonds tot hun vrouwen te komen. Wel worden zij geacht daarmee toenadering tot Allah te zoeken.
Dit wordt verwezenlijkt door het voortbrengen van een nageslacht en het zich behoeden voor ontucht. Wel dient men zich door al deze wereldse genietingen niet te laten afleiden van het werkelijke doel, namelijk het vasten en het meemaken van de nacht van al-Qadr.
De vrijstelling van het hebben van gemeenschap gedurende de nachten van de maand Ramadan, geldt niet voor iemand die zich ter aanbidding heeft afgezonderd in de moskee (al-Ictikaaf). Vandaar dat Allah in dit vers deze uitzondering specifiek benoemt.
Dit vers dient ook als bewijs voor de rechtsgeldigheid van al-Ictikaaf en dat hier alleen sprake van is als deze in de moskee wordt verricht. Ook is uit dit vers op te maken dat het hebben van gemeenschap al-Ictikaaf ongeldig maakt.
Tot slot geeft Allah aan dat wij de grenzen die Hij heeft gesteld niet mogen naderen, oftewel uit de buurt moeten blijven van de verboden zaken.
Vers 188:
وَلاَ تَأْكُلُواْ أَمْوَالَكُم بَيْنَكُم بِالْبَاطِلِ وَتُدْلُواْ بِهَا إِلَى الْحُكَّامِ لِتَأْكُلُواْ فَرِيقاً مِّنْ أَمْوَالِ النَّاسِ بِالإِثْمِ وَأَنتُمْ تَعْلَمُونَ
Het is niet toegestaan voor een persoon om zich ten onrechte andermans bezit toe te eigenen door diefstal, bedrog of overval. Dit kan allemaal aangemerkt worden als het valselijk nuttigen van bezit. Zelfs al zou de zaak aan een Islamitische rechter voorgelegd worden die in het voordeel van de onrechtpleger oordeelt, dan nog blijft het verboden en dient het bezit aan de eigenaar teruggegeven te worden. Want een rechter oordeelt naar wat hij hoort en het hoeft niet te betekenen dat hij altijd een correct vonnis uitvaardigt. Dus laat degenen die erin slagen op een slinkse wijze een rechter op een dwaalspoor te brengen gewaarschuwd zijn. Evenals degene die het opneemt voor iemand die andermans bezit valselijk probeert te nuttigen.
Vers 189:
يَسْأَلُونَكَ عَنِ الأهِلَّةِ قُلْ هِيَ مَوَاقِيتُ لِلنَّاسِ وَالْحَجِّ وَلَيْسَ الْبِرُّ بِأَنْ تَأْتُوْاْ الْبُيُوتَ مِن ظُهُورِهَا وَلَـكِنَّ الْبِرَّ مَنِ اتَّقَى وَأْتُواْ الْبُيُوتَ مِنْ أَبْوَابِهَا وَاتَّقُواْ اللّهَ لَعَلَّكُمْ تُفْلِحُونَ
Hier wordt de vraag gesteld over het nut van de manen die aan het begin van iedere maand klein begint en naarmate de tijd verstrijkt steeds groter wordt. Allah geeft aan dat dit proces die de maan doorloopt, bedoeld is ter bepaling van de tijd. Aan de hand hiervan zijn de mensen in staat om te achterhalen op welke tijden zij het gebed, het vasten, de bedevaart en boetedoeningen kunnen verrichten.
De reden waarom gekozen is voor een maanjaar is omdat dit makkelijk te herleiden is voor iedereen. Ongeacht leeftijd of intelligentie.
Vervolgens geeft Allah te kennen dat het niet als aanbidding mag worden beschouwd dat wanneer een persoon zich in een gewijde toestand (Ihraam) bevindt, hij zijn huis niet via de voordeur betreedt. Dit behoorde namelijk tot de pre-islamitische gewoonten. Het enige wat als aanbidding wordt aanvaard, is datgene wat afkomstig is van Allah en Zijn Boodschapper. Vandaar het Bevel om de huizen gewoon via de voordeur te betreden en deze beperking die zij zichzelf hadden opgelegd op te heffen.
Ook valt op te maken dat men in alle zaken de makkelijkste weg dient te bewandelen, zolang het beoogde doel daarmee bereikt kan worden.
Het goede waartoe Allah in dit vers naar verwijst, slaat op godsvrucht. Oftewel, het nakomen van de Voorschriften en het vermijden van de verboden. Het is godsvrucht die aanleiding vormt voor succes in het wereldse en het Hiernamaals.
Leraar: Aboe Ismail
Locatie: moskee as-Soennah